64 naar 100% moet optellen om te komen tot het bedrag dat deze ambte naar het Rijk in werkelijkheid kost. Bij mijn ramingen is veiligheidshalve dit percentage op 50 gesteld, zodat mij niet kan worden verweten, dat de kosten van een meting volgens de klassieke methode te hoog zijn berekend. Tegenover deze raming van de kosten van werkzaamheden, verricht volgens de klassieke methode, staan de kostenopgaven van de Foto- technische dienst van de K.D.M. en van de Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat, die nagenoeg absoluut zijn. Men dient in het oog te houden, dat de getallen betrekking hebben op het diluviale terrein, zoals dit ligt in de Achterhoek en Twente. Vergelijken we achtereenvolgens de kosten in de twee methoden bij de schatting, de detailmeting en de bepaling van de meetkundige grondslag. ad 1. De schatting Bij de schatting zijn gewoonlijk betrokken3 schatters, 1 lid van de I laatselijke Commissie, 2 meetarbeiders, 2 gatengravers, 1 tafel jongen en de ruilverKavelingsambtenaar die de leiding heeft en de ge gevens aantekent op zijn schattingsveldkaart. De schattingsveldkaart was vroeger een afdruk van de kadastrale kaart; tegenwoordig wordt hiervoor meestal een luchtfoto op schaal 1 2500 of 1 2000 gebruikt. Als men zich realiseert, dat de wallen die rond een perceel zijn gelegen afzonderlijk worden geschat, en dat die wallen meestal op de kadastrale kaarten niet voorkomen en moeten worden bijgemeten, dan blijkt al direct het grote voordeel van de luchtfoto, die de gehele topo grafie geeft. De onderverdeling in klassen van een perceel moest vroe ger ook worden ingemeten. Op de luchtfoto kan men de klassegrens ten opzichte van terreinvoorwerpen tekenen. Ook komen alle rasters en de percelen waarop vruchtwisseling wordt toegepast op de foto voor. Deze cultuurscheidingen geven ook veel houvast bij de vastlegging van de klassegrenzen. Hoewel men bij de schatting m.b.v. luchtfoto's niet kan spreken van fotointerpretatie dit zou in dit verband een te groot woord zijn toch ziet men ook als leek op de foto verschillen in nuancering, die een steun geven voor de bepaling van de klassegrenzen. Bij het gebruik van luchtfoto's behoeven geen meetarbeiders te assisteren. Dit is dus al een besparing van 20% op de kosten per dag, hetgeen te stellen is op 27.per dag. Doordat men zich als leiding gevend ambtenaar volkomen kan con centreren op de schatting en men ook de schatting niet remt doordat nog enige grenzen moeten worden ingemeten en aangetekend, wordt in het tempo ten minste 10% gewonnen. De schatting in Beltrum nam precies 100 dagen in beslag. Zonder gebruik van luchtfoto's zou dit aantal dus zeker 111 dagen zijn. De kosten van een schattingsploeg zijn ongeveer: indien geen luchtfoto's worden gebruikt;

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 14