69 Na de stemming begon hij met de schatting op fotokopieën van het kadastrale plan, het eigendomsonderzoek en daarna met het ontwerp van het plan van wegen en waterlopen. Gedurende deze werkzaam heden werden de gebieden die voor hermeting in aanmerking kwamen gemeten. Wil men het volle profijt hebben van de luchtfotogrammetrie, dan dient men zich reeds voor de stemming te beraden over zijn werk programma. De opneming kan meestal echter niet eerder plaats vinden dan na de stemming en na de stemming wenst de Plaatselijke Com missie zo spoedig mogelijk aan de slag te gaan. Het was de gewoonte eerst de schatting te verrichten. Tijdens de schatting leert de landmeter het terrein kennen, hetgeen hem van pas komt bij het ontwerpen van het plan van wegen en waterlopen. Nu is het echter de vraag of de schattingsveldkaarten, de vergrotingen van de luchtfoto's, al gereed zijn. De opneming kan dikwijls niet tijdig genoeg gereed zijn. Het jaargetijde en het weer zijn factoren die we niet in de hand hebben. Kan het uitleggen van de schijven tijdig genoeg gebeuren, bv. voor opneming in het voorjaar (in de maand Maart) Het bezwaar van de heer Gorter, dat uitbreiding van de meetkun dige grondslag geen zin heeft zolang het definitieve plan van wegen en waterlopen niet bekend is, kan ondervangen worden door een voldoend aantal schijven te leggen, die voor de inmeting van de wegen kunnen worden gebruikt. De samenwerking met andere diensten geeft extra moeilijkheden. Alleen voor het landmeetkundige gedeelte heeft de landmeter nu al te maken met zijn eigen dienst, de Meetk. dienst van de R.W.S. en het C.T.O. (dat de berekeningen verricht). Indien de werkzaamheden bij een der diensten niet volgens het programma verlopen, werkt dit door bij de andere diensten. De toepassing van de luchtfotogrammetrie zal, vooral in de eerst komende jaren, een verzwaring betekenen van de organisatie. Niet alleen de landmeter, ook het andere personeel zal zich anders tegen over het werk moeten instellen. Dit vraagt tijd en moeite. Tk twijfel er echter niet aan, dat over enige jaren de ambtenaren zich volledig aan de nieuwe methode aangepast zullen hebben. Ik heb voornamelijk over de ruilverkaveling gesproken. Het onder zoek is niet volledig geweest, kon dit bij de eerste opzet ook niet zijn. Ook het verrichten van onderzoekingen moet men leren. Toch zal veel van hetgeen is gezegd ook gelden voor andere toepassingen van de luchtfotogrammetrie op landmeetkundig gebied. Ik denk hier o.a. aan hermeting. Op enkele van de door de heer Gorter in zijn reeds eerder aange haalde rapport gestelde vragen kan een antwoord worden gegeven. Op blz. 14 en 15 van het rapport merkt hij op: „Het zou zeer belang rijk zijn, als een nader onderzoek uitwees, dat in het vervolg van deze foto's voldoend nauwkeurige grondplans zijn te verwachten". Bedoeld worden de in opdracht van de Topografische dienst ge-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 19