Wenselijkheden en mogelijkheden aangaande de
toepassing van de fotogrammetrie ten behoeve
van het Nederlandse Kadaster
71
vervaardigen van nieuwe kadastrale kaarten van het plassengebied van Loos-r
drecht met behulp van luchtfotogrammetrie.
(3) Rapport ingediend voor het congres in 1939 van de Nederlandse Landmeet
kundige Federatie: J. J. Gorter, Luchtfotogrammetrie ten dienste van ruil
verkaveling. Toepassing in het blok „Eemnesser Polders".
(4) Photogrammetria, 1942: J. J. Gorter, Application de la photogrammétrie
aérienne au remembrement rural en Hollande.
(5) Rapport ingediend voor het congres in 1950 van de Nederlandse Landmeet
kundige FederatieJ. J. Gorter, De toepassing van de fotogrammetrie bij de
ruilverkaveling in Nederland.
(6) Schweizerische Zeitschrift für Vermessung, Kulturtechnik und Photogram
métrie, 1953, nrs. 5, 6, 7, 8: Progrès dans la mensuration cadastrale photo-
grammétrique (A. Pastorelli, H. Harry, R. Solari).
(7) Festschrift Eduard Dolezal, 1952K. Neumaier, Katasterphotogrammetrie
in Österreich.
Prof. dr. ir. W. SCHERMERHORN:
Voordracht gehouden op de vergadering van de Nederlandse Ver
eniging voor Fotogrammetrie op 16 December 1953 te Utrecht.
Geen Minister van Financiën kan aan de kadastrale dienst het ver
wijt maken overijlde beslissingen te hebben genomen inzake investe
ringen voor fotogrammetrische werkzaamheden ten behoeve van be
langrijke kadastrale metingen.
Het is nu 20 jaar na de eerste proefmeting in de Biesbosch, niet
alleen, maar ook ruim 20 jaar nadat de thans nog geldige methode van
stereofotogrammetrie in ons land werd ingevoerd. Het is bijna 20 jaar
geleden, dat ik voor het jubileumnummer van het Tijdschrift voor
Kadaster en Landmeetkunde een artikel schreef over de stand van de
fotogrammetrie in Nederland, waarin o.a. de bereikte nauwkeurig
heid voor kaarteringen op grote schaal in polderland werd weerge
geven. De middelbare fout in de ligging van het midden van een sloot
uit ruim 60 snijdingen verdeeld over 4 verschillende bladen 1 1000,
bedroeg 15 cm. Indien men bedenkt, dat in het ontwerp voor de nieuwe
H.T.W. thans de middelbare fout in de idealisatie van een sloot wordt
gesteld op 10 a 25 cm, terwijl daar bovenop de middelbare fout ten
gevolge van de kaartering voor een schaal 1 IOOO nog eens op 14 cm
wordt gesteld, zou eigenlijk slechts de conclusie passen, dat men reeds
in 1934 had kunnen weten, dat de fotogrammetrie met de toen be
schikbare hulpmiddelen al in staat was aan een eventuele behoefte aan
systematische metingen in open terrein te voldoen.
De eerste met voorzichtigheid hieruit getrokken consequentie was de
meting van de Loosdrechtse plassen, waarover de heer Kiers op 15
April 1937 voor de Ned. Vereniging voor Fotogrammetrie belangrijke