87
„stagnatie tengevolge van haperen van een der elementen in de pro
ductieketen", is een gedeelde verantwoordelijkheid van de productie
over verschillende elementen uiterst ongewenst. Slechts de ruilver
kavelingslandmeter met zijn direct de ruilverkaveling dienende staf
is het geïsoleerde element ter plaatse. Al wat verder met de fotogram-
metrische kaartproductie te maken heeft, zou in dit centrale bedrijf
gecentraliseerd dienen te worden, ook hetgeen te maken heeft met
berekeningen, voorbereiding, identificatie en tekenwerk, voor zover
dit laatste niet uit logische overwegingen geschiedt door het lokale
ruilverkavelingsbureau. Op deze wijze zouden zowel voor het Kadaster
als voor de gehele Nederlandse volkshuishouding grote voordelen kun
nen worden bereikt, terwijl anderszins ook de internationale bijdrage
van Nederland aan de ontwikkeling van de fotogrammetrie op een der
gelijke wijze tot een maximum zou kunnen worden opgevoerd.
Er is slechts één overweging, die ook bij mij wel eens opkomt, en
dat is in hoeverre de wederzijdse concurrentie van twee bedrijven in
de grond van de zaak niet noodzakelijk is om bevriezingsverschijn
selen te voorkomen. Een dergelijke gedachtengang zou ruimte laten
voor een afzonderlijk K.L.M.-bedrijf. Dit is echter alleen dan zinvol
en gerechtvaardigd in bovengenoemde betekenis, indien er ook van
open concurrentie op de Zwitserse wijze sprake is. In dat geval zou
dus voor overheidsopdrachten het Zwitserse systeem moeten worden
gevolgd, waarbij door een neutrale autoriteit, in Zwitserland vertegen
woordigd in de figuur van Dr. Harry, voor bepaalde werkzaamheden
tarieven worden opgesteld en de te verrichten werkzaamheden zodanig
worden gedistribueerd, dat een maximale bezetting van beide bedrij
ven gewaarborgd is. In dit geval ligt de concurrentie in de mogelijk
heid, dat diegene die het het beste doet voor het minste geld er op den
duur wel bij vaart. In het andere systeem van de normale vrije con
currentie met de mogelijkheid van wederzijdse onderbiedingen, zie ik
op dit speciale gebied slechts grote bezwaren, vooral van het gezichts
punt van de volkshuishouding uit. Het is niet mijn bedoeling, hier in
deze voordracht vandaag alle vraagstukken aan deze organisatie ver
bonden, volledig te bespreken en dienaangaande definitieve voorstellen
te doen. Ik meende echter goed te doen aan het begin van een nieuwe
periode van de benadering van de fotogrammetrie door het Kadaster
erop te moeten wijzen, dat aan de toepassing hiervan organisatorische
problemen verbonden zijn, die men het best op één der laatste twee
van de door mij aangegeven wijzen bevredigend kan oplossen.
Ik acht het van groot belang voor de ontwikkeling van de fotogram
metrie in ons land, dat de bevoegde organen, Financiën, Waterstaat
en K.L.M., zich hierover beraden en tot een voor de toekomst deug
delijke organisatievorm komen.
Discussie
De heer Stoorvogel spreekt zijn waardering uit voor het werk
van de heer Witt. Prof. Schermerhorn heeft de gang van zaken bij