89
foto's ten behoeve van de bestrijding van de aardappelmoeheid. Via
het Ministerie van Landbouw is dus meer te bereiken dan via dat van
Financiën. De maatschappelijke achtergronden liggen anders.
De heer Aan den Dijk (Kadaster, Utrecht) spreekt over de
moeilijkheden die hij heeft ondervonden met het fotogrammetrisch
hermeten landelijk gebied van de gemeente Utrecht. Door een voor
verkenning in het terrein door de fotocartograaf zou een beter resul
taat kunnen zijn bereikt. In lange meetlijnen zouden sloten kunnen
worden meegenomen. Enkele plaatselijke fouten in de kaarten hebben
hem bezorgd doen zijn.
Prof. Schermerhorn merkt op, dat Utrecht nog met slechts
(film-)fotomateriaal is opgenomen en volgens de oude methode is
behandeld. Dit is thans achterhaald. De nieuwe te bereiken nauwkeu
righeid geeft consequenties, ook voor de interpretatie. Voorverken
ning door de fotocartograaf is daarom noodzakelijk. Langs belangrijke
objecten als wegen enz. moeten schijven worden uitgelegd.
Ir. van Schagen (Cultuurtechnische Dienst) zegt een van de
gebruikers van kaarten op grote schaal te zijn. De kadasterkaarten
worden als basiskaart gebruikt, de onzichtbare grenzen interesseren
hem niet. De Cultuurtechnische Dienst heeft een technische kaart
nodig. Voor de hoogtelijnen moet 5.voor de bodemkaart 10.
per ha betaald worden. De situatiekaart zal 30 a 60 gulden per ha
gekost hebben. Hooguit zal voor goed kaartmateriaal 75.per ha
moeten worden betaald, maar daar de kosten van uitvoering van een
ruilverkaveling tegenwoordig 1500.a 2000.bedragen, betekent
dit, dat met het verschaffen van goede basisgegevens slechts 3 a 5
van het uitvoeringsbedrag is gemoeid. Wanneer dan nog, dank zij
deze goede basiskaarten, 3 a 5 op de uitwerkingskosten kan worden
bespaard t.g.v. een betere voorbereiding, heeft deze goede basiskaart
zichzelf betaald. Helaas komen in de praktijk basisgegevens nog veelal
te laat.
Prof. Schermerhorn deelt mee, dat Ir. Buringh bij het I.T.C.
een methode ontwikkeld heeft om luchtfoto's ook voor de bodemkaar-
tering zelf te gebruiken.
De heer Witt merkt op, dat, om aan de wens van Ir. van Schagen
te voldoen, in een nog vroeger stadium van de ruilverkaveling ge
vlogen moet worden. Dit geeft organisatorische bezwaren.
Ir. van Schagen antwoordt, dat de foto's zichzelf betalen. Het
zou goed zijn wanneer zelfs om de 10 jaar opnieuw gefotografeerd
zou worden ter wille van de documentatie.
Prof. Schermerhorn oppert de mogelijkheid tweemaal te
laten vliegen. Eerst voor de bodemkaartering en later voor de vervaar
diging der kaarten op grote schaal. Bij grotere afzet kan de Fototech-
nische dienst van de K.L.M. ook goedkoper fotograferen.
Prof. B a a r d a legt nadruk op het feit, dat de fotogrammetrie
thans bewezen heeft als normale detailmetingsmethode te kunnen wor
den aanvaard. Er is met dit onderzoek door de heer Witt veel goeds
verricht. De onderzoekingen moeten én door het Kadaster én door de