FOTOGRAMMETRIE EN KARTOGRAFIE
G. F. WITT
Fotogrammetrie en Kadaster
Landmeter ie klasse van het kadaster, Almelo:
Voordracht gehouden op de vergadering van de Nederlandse
Vereniging voor Fotogrammetrie op 16 December 1953 te Utrecht
Inleiding
De eerste toepassing van de luchtfotogrammetrie bij het Kadaster
dateert van 1931-1932. Een gebied van ongeveer 1000 ha in de Bies-
bosch werd met behulp van opnamen op schaal 1ca. 6000 hermeten.
De kaartschaal was 1 2000, de gebruikte methodeontschranking I
De tweede toepassing ten behoeve van het Kadaster vond plaats voor
de hermeting van de Loosdrechtse Plassen in 1936-1937. De fotoschaal
was ongeveer 13000, de kaartschaal 12500de uitwerking gebeurde
met de stereoplanigraaf. De oppervlakte van het gebied was ongeveer
4000 ha (2).
Daarna volgde de toepassing voor de ruilverkaveling „Eemnesser
Polder" in 1938, die ongeveer 2100 ha groot was. De fotoschaal was
ca. 15000, de kaartschaal 11000; de uitwerking geschiedde met de
stereoplanigraaf (3, 4).
De eerste toepassingen hadden betrekking op moeilijk toegankelijke
gebieden. De Biesboschpolder met zijn kreken behoorde slechts aan 4
eigenaren toe. De bedoeling was een behoorlijke kaart van de kavel
indeling en een grote sanering in de kadastrale en hypothecaire boek
houding te verkrijgen. Van 893 kadastrale percelen kwam men op 4
percelen
Het plassengebied van Loosdrecht was eveneens een zeer moeilijk
terrestrisch te meten terrein. Topografie en kadastrale indeling moesten
zo goed mogelijk met elkaar in overeenstemming worden gebracht.
Bij de „Eemnesser Polder" was een terrestrische opmeting zeer goed
mogelijk geweest. De toepassing van de fotogrammetrie werd hier over
wogen, niet omdat het bijna onmogelijk was terrestrisch te meten, maar
hoofdzakelijk uit zuiver zakelijke motieven: kostenbesparing, snellere
werkmethode en een middel om personeel vrij te maken voor het eigen
lijke ruilverkavelingswerk.
Het resultaat van deze toepassing was zodanig dat besloten werd de
fotogrammetrie algemeen te gebruiken voor de ruilverkaveling.
De oorlog verstoorde de continuïteit in de uitvoering van nieuwe
luchtkaarteringen. Wel zijn van 1940 af 13 ruilverkavelingsblokken met
een totale oppervlakte van meer dan 50.000 ha uit luchtfoto's gekaar-
teerd, maar hiervoor waren geen speciale opnamen op grote schaal
gemaakt (5). Bij de uitwerking werd gebruik gemaakt van bestaande
foto's, waarvan het grootste gedeelte op schaal 120.000 was. Een