95
aan Indonesië, Pakistan en Irak in 1951 en aan Syrië, Irak, India en
Egypte in 1952.
Bestaande banden werden verstevigd en nieuwe verbindingen gelegd
door een bezoek aan het congres van de International Society
of Photogrammetry te Washington in September 1952 door Prof.
Schermerhorn als regeringsvertegenwoordiger en door Ir. Corten in
O.E.E.C. verband. Door de aanwezigheid van een fotopaneel met tekst
werd de aandacht van de congresbezoekers op het instituut gevestigd.
In Europa werd regelmatig contact onderhouden met vakgenoten in
België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk en Zwitserland. Op het
terrein van het fotogrammetrisch onderzoek werden op instigatie van
de O.E.E.C. de grondvesten gelegd voor een nauwe Europese samen
werking; aan het einde der verslagperiode was overeenstemming be
reikt tot het oprichten van een „European Organisation for Experi
mental Photogrammetric Research".
Praktijkwerk en buitenlandse excursies
In de zomer van 1952 konden, dank zij de medewerking van Oosten
rijkse zijde, vijf studenten onder leiding van Ir. Boon voor een
practijktijd van drie maanden tewerk gesteld worden bij de bosbouw
kundige interpretatie van een aantal door de op dat tijdstip in Oosten
rijk opererende K.L.M. afgeleverde opnamen. Tezelfdertijd was het
door welwillendheid van die maatschappij mogelijk bij de opnemings
werkzaamheden twee studenten der afdeling luchtfotografie als sta
giaire in te schakelen.
Door de afdeling bodemkunde werd deelgenomen aan een in de
zomer van 1952 door de Stichting voor Bodemkaartering georganiseer
de excursie door Duitsland en België. Tenslotte brachten de studenten
der afdeling fotogrammetrie in December van dat jaar een bezoek aan
het Institut Géographique National en de Société d'Optique et de
Mécanique de Haute Précision te Parijs.
Binnenlandse betrekkingen
Uit de aard der zaak bestond een nauwe wetenschappelijke relatie
met de Technische Hogeschool en de Landbouwhogeschool, alsmede
met de Stichting voor Bodemkaartering.
Onder auspiciën van het instituut werd door de docent voor geologie
een wekelijks college gegeven aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Óp
11 Januari 1952 werd te 's-Gravenhage opgericht de „Stichting ter
bevordering van internationale samenwerking binnen het terrein van
wetenschap en hoger onderwijs" (Netherlands Universities Foundation
for International Cooperation), in het leven geroepen door de gezamen
lijke Nederlandse universiteiten en hogescholen. Als een der eerste
middelen ter nastreving van het in de naam der Stichting besloten doel
werd opgericht het „Institute of Social Studies", dat afgezien van
zijn bredere en veel minder gespecialiseerde studieveld als zuster
instelling van het Delftse instituut is te beschouwen. Het was helaas
echter nog niet mogelijk een op een aantal punten voor de hand lig-