104 met de Army Map Service reeds op deze aangelegenheid was vooruit gelopen en dat reeds luehtfotomateriaal van Nieuw Guinea was ge vraagd. Zo kwamen wij eerst in het bezit van een belangrijke zending, die voornamelijk het Z.O. gedeelte van Nieuw Guinea betrof. Bovendien bezat de B.P.M. een vooroorlogse, door de K.L.M. vervaardigde, foto cover van de zgn. Vogelkop, terwijl bekend was dat ook de Afdeling Hydrografie een groot aantal foto's bezat van het gebied rond Me- rauke. Daar alras gebleken was, dat nog een belangrijk aantal foto's, ge nomen door de United States Air Force, moest bestaan, dat nog niet in ons bezit was, werd door ondergetekende aan de Army Map Ser vice gevraagd om het ontbrekende deel, onder opgave van datgene wat wij reeds bezaten. Dit werd ons op de meest voorkomende wijze gratis toegezegd als erkenning van hulp door ons op ander gebied betoond. (Deze foto's zijn later inderdaad door ons ontvangen.) Hoewel de Amerikaanse opnamen zgn. trimetrogoon opnamen waien en lang niet altijd van goede kwaliteit (soms zelfs wel zo „bewolkt dat de bruikbaarheid een open vraag is) kwamen wij tot de conclusie, dat met het bestaande fotomateriaal te beginnen zou zijn en wel voor: a. verbetering van de bestaande kaart i 2.500.000, die daardoor prima kon worden b. vervaardiging van een kaart 1 1.000.000, waarvoor het bestaande en verwachte materiaal alleszins goed moest worden geacht c. vervaardiging van een kaart 1 50°-°oo> die voorlopig als grootste schaal uit het bestaande materiaal verantwoord werd geacht. De bewerking die natuurlijk heel wat kosten zou vergen, zou bij de Topografische Dienst dienen te geschieden. Intussen kwam de noodzaak naar voren om ten behoeve van een naar Merauke e.o. uit te zenden commissie een kaart I 100.000 te bezitten die, zij het niet eerste klas, als basis aanvaardbaar zou zijn. Inderdaad slaagde de Topografische Dienst erin van dat gebied tekenstukken 1 40.000 te vervaardigen, waarnaar een kaart 1 100.000 kon worden gemaakt. In het terrein bleek deze kaart, die een nauw keurige wiskundige grondslag miste en deels met de slotted templet methode werd vervaardigd, onder topografische interpretatie van schrij ver dezes, uitstekend te voldoen. Het International Training Centre te Delft zorgde voor bodem- en bosbouwkundige interpretatie. Zo lagen de kaarten dus reeds voordat de Permanente Kaarterings- commissie werd ingesteld. Men had dus reeds enige ervaring met het bestaande fotomateriaal en met de daaruit voortgevloeide kaartering. In zijn installatierede van 9 October 1953 bracht Zijne Excellentie Minister Kernkamp o.a. naar voren, dat de overweging bij het instellen van de commissie was geweest, dat een kaarteringsplan diende te worden opgesteld als integrerend deel van een algemeen ontwikke lingsprogramma voor Nieuw Guinea, al stond dat programma op dat moment nog niet geheel vast.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 54