VERSCHILLENDE ONDERWERPEN
Nederlandse Landmeetkundige Federatie
107
grammetrie in de ruilverkaveling een grote rol zal gaan spelen. Bij
toepassing van de onder a beschreven methode berekent P. dat I a 2
gesignaleerde en fotogrammetrisch bepaalde punten per hectare moe
ten worden gebruikt. Hij acht dit aantal zeer geringBij de bespre
king over de vaststelling van het aantal schijven voor de ruilverkave
ling „Beneden-Dinkel" werd in eerste instantie een aantal van 600
genoemd. De grootte van deze verkaveling is 5000 ha, zodat er slechts
één punt per acht ha zou worden gesignaleerd. Na enig overleg is be
paald dat ongeveer duizend schijven zullen worden gelegd, dus 1 punt
per 5 ha. In totaal zijn verder ongeveer een dertigtal veelhoekspunten
en enige vrij ongunstig gelegen Rijksdriehoekspunten gegeven. De
bepaling van een meetkundige grondslag levert grote moeilijkheden
op. Misplaatste zuinigheid in de aanvang kan ertoe leiden, dat op een
later tijdstip meer werk zal moeten worden verricht, waardoor een
geringe kostenbesparing bij de uitlegging van de schijven weer teniet
wordt gedaan.
Men vergete niet, dat we thans in een nieuw stadium van de toe
passing van de fotogrammetrie zijn gekomen; men biede de fotogram-
metrie de gelegenheid haar doelmatigheid te bewijzen. Er zullen welis
waar nog problemen moeten worden opgelostom hiertoe te komen,
zullen we de slotzin van Pütz' betoog moeten overnemen„Wir müs-
sen zur praktischen Anwendung übergehen". G. F. W.
In de Vermessungstechnische Rundschau van October 1952 wordt
op blz. 294 een nieuwe methode vermeld voor kaarteren op astralon.
Dit wordt bedekt met een ondoorzichtige laag, waarop in potlood wordt
getekend. De definitieve lijnen worden door die laag geritstze laten
dan licht door, zodat contactdruk een negatieve kopie van de kaart geeft.
De Gr.
Beknopt verslag van de Hoofdbestuursvergadering van
2 Februari 1954.
Wegens afwezigheid van de voorzitter Prof. A. Kruidhof werd
Prof. R. Roelofs aangewezen als zijn plaatsvervanger.
De heren W. J. Hemmes en E. Prinsen, die sinds 1951 als vertegen
woordigers van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde zit
ting hadden, traden af als lid van het Hoofdbestuur en werden als
zodanig opgevolgd door de heren Ir. A. Govers en Ir. W. A. van
der Werff.
De heer Ir. C. Koeman werd als corresponderend lid geïnstalleerd
en zal de komende drie jaren in deze hoedanigheid de H.B.-vergade-
ringen bijwonen.
Evenals op de vorige vergadering was ook dit maal het tijdschrift