56
Ten behoeve van de aansluiting der beeldenparen werden 156 signa
len gelegd en in een proefgebied van ongeveer 55 ha werden nog 60
signalen geplaatst.
Begin November 1952 lagen alle signalen uit, maar de opneming
gebeurde pas op 25 Maart 1953. De navigatie was helaas niet feilloos.
Dit heeft ten gevolge, dat voor de uitwerking in de beeldenpaarmachine
paspunten moeten worden bijgeprikt, hetgeen de nauwkeurigheid in
de aansluitingen niet verhoogt.
De signalen zijn goed zichtbaar op de foto's, die van goede kwaliteit
zijn. Na de opneming bleek, dat zeer weinig signalen waren gestoord
in het proefgebied slechts één.
Het grootste gedeelte van de diapositieven is uitgewerkt in de auto
graaf Wild A 7, de rest in de Wild A 5.
Vervaardiging van de grondplans
De grondplans werden in potlood getekend op astralon volgens de
door de Meetkundige dienst vastgestelde bladindeling. Een foto hier
van wordt, voorzien van opmerkingen over terreinobjecten of grenzen
die onvoldoende zichtbaar zijn, ter naverkenning aan het ruilverkave
lingsbureau gezonden. Het ruilverkavelingsbureau geeft aan welke
details kunnen worden weggelaten en verzorgt de naverkenning. Nadat
het naverkennen heeft plaats gehad, worden de grondplans door de
Meetkundige dienst van de R.W.S. bijgewerkt.
Het werkplan I of werkplan II, dus het plan volgens de bladinde
ling zoals de ruilverkavelingsdienst deze wenst, wordt door aansluiting
van gedeelten van de grondplans samengesteld. De grondplans worden
op de ruiten aangesloten en vervolgens gekopieerd. De vervaardiging
van deze .kopieën" geschiedt volgens het procédé van Wienecke.
De schattingsgrenzen, die in de fotokopie niet zichtbaar zijn, dus
ook niet op het grondplan kunnen worden getekend, worden met be
hulp van de „Procota" gekopieerd van de schattingsveldkaart. Als
schattingsveldkaarten deden dienst fotovergrotingen op schaal 1 2500.
Nauwkeurigheidsonderzoek
De wijze van het onderzoek staat natuurlijk onder invloed van het
geen hierover is gezegd of gepubliceerd door de Oostenrijker Prof.
Neumaier (7) en de Zwitser Harry (6). Ook de Duitsers zijn op de
zelfde manier bezig met een onderzoek. Toch geloof ik, dat een punt
in mijn onderzoek is opgenomen, waaraan tot nu toe bij de andere
genomen proeven weinig aandacht is besteed, nl. aan de interpretatie.
Indien alle grenspunten door signalen worden aangeduid, is van
interpretatiefouten geen sprake. Dit gebeurde in het buitenland. Het
is echter ondoenlijk alle knikpunten van een wal door signalen aan te
geven.
I. Interpretatie
Welke afwijkingen kunnen zich bij de interpretatie voordoen?
Om te kunnen verklaren in hoeverre de interpretatie van de foto-
cartograaf voldoende is, is het noodzakelijk ook de interpretatie-nauw
keurigheid van de terreinmeting te beoordelen. Daartoe werd door twee