De mogelijkheden voor de geodetisch-ingenieurs
en andere landmeters bij het onderwijs op
middelbaar niveau
147
Mr. ir. J. M. C. Witvliet
Leraar M.O., 's-Gravenhage
i. Inleiding.
De regelingen betreffende de onderwijsbevoegdheid op middelbaar
niveau zijn voor de onderscheiden takken van onderwijs in diverse
wetsbepalingen neergelegd en bovendien zijn de uitvoeringsvoorschrif
ten in de vorm van ministeriële beschikkingen vaak moeilijk te vinden.
Aangezien het in het belang van de landmeters kan worden geacht
en in het bijzonder van hen die de studierichting voor geodetisch-
ingenieur willen kiezen of hebben gekozen, ingelicht te worden om
trent de mogelijkheden die op onderwijsgebied aanwezig zijn, voldoe
ik gaarne aan het verzoek van de Nederlandse Landmeetkundige Fede
ratie hiervan een overzicht te geven.
De academische opleiding voor de landmeters, die aanleiding geeft
tot het verlenen van onderwijsbevoegdheid, dateert reeds van de in
stelling van de Landmeterscursus verbonden aan de Landbouwhoge
school te Wageningen bij K.B. van 16 September 1918, Staatsblad
nr. 548. In 1955 is deze opleiding overgeplaatst van Wageningen naar
Delft onder gelijktijdige instelling van het diploma voor civiel-land-
meter bij K.B. van 2 Augustus 1935, Staatsbl. nr. 492. Het eindpunt
van deze ontwikkeling werd bereikt toen in 1948 het diploma voor
geodetisch-ingenieur te Delft werd ingesteld.
Dienovereenkomstig zijn in de navolgende uiteenzetting niet alleen
de onderwijsbevoegdheden van de geodetisch-ingenieur genoemd, doch
ook die van de landmeters die destijds hun opleiding in Wageningen
genoten hebben, zomede van de civiel-landmeters die in Delft zijn
opgeleid.
De onderwijstakken zijn overeenkomstig het verschil in doelstelling
verdeeld in middelbaar onderwijs, middelbaar landbouwonderwijs en
nijverheidsonderwijs. Onder het laatste wordt niet alleen het technisch
onderwijs (lager en middelbaar) in engere zin verstaan, doch ook het
nautisch en ander onderwijs.
2. Middelbaar onderwijs.
Reeds op blz. 54 van de jaargang 1949 van dit tijdschrift vestigde
de heer Ir. F. Harkink er de aandacht op, dat ingevolge artikel 129
der Hogeronderwijswet de geodetisch-ingenieur bevoegd is middelbaar
onderwijs te geven in de technische wetenschappen waarin hij ter ver
krijging van zijn diploma examen heeft afgelegd. Toen bij de wet van
5 November 1948, Staatsblad I 489, de opsomming van de diploma's
die aan de Technische Hogeschool te Delft ingevolge artikel 118 der
Hogeronderwijswet behaald kunnen worden, uitgebreid werd met het