150 van de Nederlandse Heidemaatschappij worden genoemd, waar het landmeten en waterpassen ook onderdeel van het programma uitmaakt. 4. Nijverheidsonderwijs De bevoegdheid tot het geven van lager en middelbaar nijverheids onderwijs is ingevolge artikel 32 lid I van de Nijverheidsonderwijswet geregeld in het Bevoegdhedenbesluit N.O. 1935 (K.B. van 30 Maart I935> Staatsblad nr. 162, zoals dit nader is gewijzigd). Ingevolge punt VIII van bijlage B, behorende bij de lijst van be voegdheden van dit besluit, is aan het diploma van landmeter, bedoeld in het reglement van de landmeterscursus te Wageningen, vastgesteld bij K.B. van 3 September 1921, Staatsblad nr. 1047, de bevoegdheid verbonden tot het geven van lager en middelbaar nijverheidsonderwijs in het landmeten en waterpassen, mits de belanghebbende ten genoegen van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aantoont, dat hij na de datum waarop hij dit diploma verwierf, tenminste drie jaar als landmeter is werkzaam geweest. In de bezettingstijd werd dit Bevoegdhedenbesluit N.O. 1933 buiten werking gesteld en opnieuw afgekondigd bij besluit van de Secretaris- Generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cul tuurbescherming d.d. ri Juli 1941, nr. 170 (Bijvoegsel Nederlandse Staatscourant 1941, nr. 142). In deze tekst van het Bevoegdhedenbesluit is voorts dezelfde onder wijsbevoegdheid voor landmeten en waterpassen toegekend aan het diploma van civiel-landmeter, verkregen aan de Technische Hogeschool te Delft, ingevolge het K.B. van 2 Augustus 1935, Staatsblad nr. 492, houdende verplaatsing van de opleiding van landmeters van Wage ningen naar Delft. Na de bevrijding trad het oorspronkelijke Bevoegdhedenbesluit N.O. Ï935 weer in werking t). Toen vervolgens in 1948 het diploma van geodetisch-ingenieur werd ingesteld is echter een dienovereenkomstige aanvulling van genoemd besluit achterwege gebleven, aangezien een algehele herziening van deze regeling werd voorbereid. In de praktijk heeft dit tot nu toe geen moeilijkheden opgeleverd, aangezien de afdeling Nijverheidsonderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, althans voor het onderwijs in het landmeten en waterpassen, de geodetisch- ingenieurs na de instelling van hun diploma conform de regeling voor het Wageningse diploma bevoegd heeft geacht. Ten aanzien van het onderwijs in de exacte zakken, met name in de wiskunde, waartoe de overige ingenieurs bij het nijverheidsonderwijs bevoegd zijn, is voor de geodetisch-ingenieurs een overeenkomstige gedragslijn toegepast. 1) De bezettingsregelen, zoals de onderhavige, waaromtrent het Besluit Be zettingsmaatregelen 1944 nr. E 93 niets bepaalde, werden ingevolge artikel 15 van dit besluit voorlopig geschorst. Bij de Wet van 27 Juni 1947 Staatsblad H 195, werden alle toen overgebleven bezettingsregelen vervallen verklaard. In de Editie Schuurman en Jordens (achtste druk) 1952 van de Nijverheidsonder wijswet wordt ten onrechte het Bevoegdhedenbesluit nog afgedrukt in de tekst van 1941.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 40