151 Bovendien zijn de overige ingenieurs ook bevoegd voor het onder wijs in het technisch tekenen en construeren en in de theoretisch-tech- nische vakken overeenkomstig hun ingenieursdiploma, mits zij ten minste drie jaar in een technische functie in het bedrijfsleven zijn werkzaam geweest. Ook in de opleiding voor geodetisch-ingenieur komen echter behalve het landmeten en waterpassen theoretisch-tech nische vakken voor, waarin bij het nijverheidsonderwijs les zou kunnen worden gegeven, terwijl hier ook het landmeetkundig tekenen en reke nen moeten worden genoemd. Er bestaat dan ook geen aanleiding de onderwijsbevoegdheid voor de geodetisch-ingenieurs bij het nijverheids onderwijs in beginsel op engere wijze te omschrijven dan die voor de andere ingenieurs. Deze lacune van formele aard in de omschrijving der onderwijsbe- voegdheden voor de civiel-landmeters en de geodetisch-ingenieurs in het Bevoegdhedenbesluit N.O. 1935, heeft het Dagelijks Bestuur van de Nederlandse Landmeetkundige Federatie aanleiding gegeven de Staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te verzoe ken bij de algehele herziening van dit besluit hierin te doen voorzien. Reeds in de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer bij de Rijksbegroting 1952 heeft de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen namelijk gezegd, dat een herziening van het Bevoegd hedenbesluit werd voorbereid, doch dat dit een tijdrovende aangelegen heid was t). In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer bij de Rijksbegroting 1953 verklaarde de Minister, dat een nieuw ontwerp voor het Bevoegdhedenbesluit gereed was en in eerste instantie zou worden voorgelegd aan de Commissie voor Georganiseerd Overleg in zake het Nijverheidsonderwijs 2). Nu door bovengenoemd verzoekschrift tijdig de aandacht van het Ministerie op deze lacune gevestigd is, mag verwacht worden, dat bij de aanhangige algemene herziening van het Bevoegdhedenbesluit de onderwijsbevoegdheid, verbonden aan het diploma voor geodetisch- ingenieur, ook bij het nijverheidsonderwijs formeel op gelijkwaardige wijze wordt geredigeerd als voor de andere ingenieursdiploma's is of zal worden gedaan. Door het Centraal Bureau voor de Statistiek is onlangs een publi catie uitgegeven getiteld ,,De bevoegdheden der leerkrachten bij het nijverheidsonderwijs 1953". In deze statistiek die, blijkens het voor woord, in overleg met de afdeling Nijverheidsonderwijs van het Mi nisterie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is opgemaakt, worden de betrokken onderwijsbevoegdheden voor ingenieurs als volgt vermeld exacte vakken alle technische ingenieurs landmeten en waterpassen (incl. practicum) civiel-ingenieurs, geo detisch-ingenieurs, civiel-landmeters, akte N XIV. In deze opsomming, die uiteraard slechts uit statistisch oogpunt 1) Zitting 1951-1952, onderwerp 2,300, nr. 14, blz. 39. 2) Zitting 1952-1953, onderwerp 2800, nr. 12, blz. 13.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 41