153 in de exacte vakken en eventueel in andere vakken uit de theoretisch- technische opleiding aan de geodetisch-ingenieur. Een analoge ruime interpretatie als het Departement thans voor civiel-ingenieurs toepast, zou er toe moeten leiden de geodetisch-inge- nieurs bevoegd te achten voor het onderwijs in de weg- en waterbouw kunde, hoewel zij slechts in de hoofdzaken van dit vak geëxamineerd worden1). De in vorengenoemde statistiek genoemde akte N XIV gaf bevoegd heid voor het nijverheidsonderwijs in de natte waterbouwkunde en het tekenen. Deze akte is echter in 1925 opgeheven, doch krachtens de overgangsregeling uit artikel 18 van het Bevoegdhedenbesluit N.O. I935 bléven de bezitters hiervan nadien bevoegd, ook al komt deze akte niet meer voor in de bij dit besluit behorende lijst van bevoegdheden. De vraag rijst of thans, 20 jaar later, bij het onderwijs nog bezitters van deze akte aanwezig zijn. In het ontkennende geval zou deze over gangsbepaling kunnen vervallen. Tot het nijverheidsonderwijs behoren ingevolge artikel 11 van de Nijverheidsonderwijswet, behalve de middelbare technische scholen, ook de scholen voor de zeevaart en de scholen voor de mijnbouw, zo mede de opleidingsscholen voor leraren bij het nijverheidsonderwijs, de scholen voor nijverheidskunst en andere soorten van scholen. Voor al deze typen scholen gelden dus de bepalingen van boven genoemd Bevoegdhedenbesluit. Behalve de exacte vakken die op het programma van de meeste van deze scholen voorkomen, trekken hierbij vakken als kartografie en sterrenkunde uit het programma van de zee vaartscholen, de aandacht als mogelijkheden voor de geodetisch- ingenieurs. Het nijverheidsonderwijs wordt bijna uitsluitend gegeven aan ge subsidieerde scholen, te weten openbare (gemeentelijke) en bijzondere. Het toezicht op deze tak van onderwijs berust bij de inspecteur- generaal en de inspecteurs van het nijverheidsonderwijs. 5. Slotbeschouwing In het algemeen kan dus geconstateerd worden dat voor de geo- detisch-ingenieurs vele wegen open staan om op onderwijsgebied een gedeeltelijke dan wel een volledige werkkring te zoeken. De opleiding voor landmeter in Wageningen en vervolgens die voor civiel-landmeter en daarna die voor geodetisch-ingenieur te Delft heeft zich nimmer beperkt tot de geodesie en haar hulpvakken, zoals foto- grammetrie e.a. Behalve een voor de landmeter onontbeerlijke brede exacte basis bevatten de achtereenvolgende studieprogramma's van deze opleiding vakken op geologisch, cultuurtechnisch, planologisch, juridisch-administratief en ander gebied, waarop hij voor de uitoefe- 1) De vereisten voor de examens ter verkrijging van het diploma van geo detisch-ingenieur zijn opgenomen in het K.B. d.d. 19 October 1949, Staatsblad nr. J 466.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 43