Opleiding middelbare landmeetkundigen 155 dat aan de Commissie M.T.O. 1952 1) met het oog hierop opdracht is gegeven zich te beraden inzake nieuwe wegen die men zal moeten in slaan om dit vraagstuk op te lossen. De nieuwe opvattingen op onderwijsgebied moeten er naar mijn oordeel toe leiden, dat in de toekomst de onderwijsbevoegdheid voor het technisch onderwijs niet uitsluitend gebaseerd wordt op het tech nische diploma en de daarbij behorende praktijkervaring, doch in eerste instantie op aanleg en wetenschappelijke vorming inzake het over dragen van kennis en vaardigheid op basis van de moderne sociaal-pae- dagogische inzichten 2). Schrijver dezes is verder gaarne bereid aan belangstellenden inlich tingen te verstrekken omtrent de financiële regelingen die voor de leerkrachten bij deze onderscheiden onderwijstakken gelden. Uit de affiche 1954, door middel waarvan de Vereniging van Mid delbare Technische Scholen in Nederland belanghebbenden inlicht om trent de onderscheiden studierichtingen aan, ingevolge de Nijverheids onderwijswet gesubsidieerde middelbare technische scholen, blijkt dat, behoudens ministeriële goedkeuring3), per 1 September 1954 de mogelijkheid wordt opengesteld aan de middelbare technische school, Vondellaan te Utrecht, een opleiding aan de afdeling landmeten te volgen. De middelbare technische opleiding kent 4 studiejaren, waarvan het derde studiejaar een praktisch jaar is. Toelating eerste studiejaar: zonder examenmet bewijs van overgang naar de vierde klasse H.B.S.-A of B, vijfjarige cursus; met bewijs van overgang naar de vijfde klasse Gymnasium; met diploma M.U.L.O.-B. met examenalle candidaten met praktische vooropleiding. Toelating tweede studiejaareinddiploma H.B.S. vijfjarige cursus of Gymnasium B met goede cijferlijst. Verzending van cijferlijsten en diploma's tot uiterlijk 8 Juli a.s. 1) Deze Commissie staat onder voorzitterschap van Mr. ir. M. Goote, inspec teur-generaal van het nijverheidsonderwijs en is ingesteld om te onderzoeken welke eisen aan het middelbaar technisch onderwijs dienen te worden gesteld. 2) Zie o.a. het referaat van Dr. B. C. J. Lievegoed over Aansluitingseisen van maatschappij en bedrijfsleven op de zesde onderwij sconferentie van het Werk comité voor Opvoeding tot Democratie, zomede het referaat van Ir. A. G. van den Hoek, inspecteur van het nijverheidsonderwijs, over Heroriëntatie bij het middelbaar technisch onderwijs op de zevende conferentie van dit Comité. 3) Onder ministeriële goedkeuring wordt hier verstaan de brief waarbij de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aan het schoolbestuur mede deling doet van de totstandkoming van een Koninklijk Besluit, ingevolge art. 51 lid 2 juncto lid 6 van de Nijverheidsonderwijswet, houdende goedkeuring van de uitbreiding van het leerplan van de betrokken school met een nieuwe afdeling. De raad van de gemeente waar de school is gevestigd moet deze uitbreiding nodig hebben geoordeeld en de Onderwijsraad dient voor de totstandkoming van dit Koninklijk Besluit gehoord te worden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 45