160
daster en Landmeetkunde werd na haar bestuursverandering door de
heren Ir. A. Govers en Ir. W. A. van der Werff vertegenwoordigd.
De heer Ir. C. Koeman werd benoemd tot corresponderend lid en zal
als zodanig gedurende drie jaren de vergaderingen van het hoofd
bestuur bijwonen.
Door de groeiende omvang van de landmeetkunde is bij de redactie
van het tijdschrift de behoefte ontstaan aan bijstand. Het hoofdbestuur
heeft daarom een commissie van advies ingesteld, bestaande uit de
navolgende heren: Prof. ir. W. Baarda, Mr. J. H. Jonas, Ir. C. Koe
man, Prof. A. Kruidhof, Ir. B. Scherpbier, Ir. W. van Riessen, G. F.
Witt en Ir. L. van Zuylen. (Deze adviescommissie staat los van de
groep van medewerkers aan het tijdschrift, waarover bijzonderheden
werden gepubliceerd in dit tijdschrift jg. 1946, blz. 152 en 153).
Bovendien zal de heer N. D. Haasbroek, lector aan de Technische
Hogeschool, berichten van landmeetkundig belang verslaan en ter
publicatie doorgeven aan de redacties van het officiële orgaan.
De organisatie van de regionale bijeenkomsten blijkt een succes
alleen de activiteit in de zuidelijke districten is minder groot geweest
dan in de overige districten. Het is voorts opmerkelijk, dat de opkomst
in de districten in het Westen procentueel minder groot is dan de op
komst in de districten in het Noorden en het Oosten van het land,
waaruit men zou kunnen concluderen, dat juist bij deze laatstgenoemde
districten de behoefte aan de regionale bijeenkomsten bestond.
De resultaten van de in 1953 afgenomen examens zijn gunstiger dan
die van het vorige jaar: het aantal geëxamineerden bedroeg voor het
diploma van landmeettechnicus 22, voor het diploma van landmeet
kundig tekenaar 6 en voor het diploma van landmeetkundig rekenaar 2.
Voor deze examens slaagden resp. 11, 2 en 2 candidaten. Ook de
financiële uitkomsten van de examens zijn bevredigend, want hoewel
elk examen een financieel risico voor de N.L.F. betekent, werd als
gemiddelde resultaat over een aantal jaren een batig saldo verkregen
.De commissie belast met het onderzoek naar de opleiding van land-
meettechnici adviseerde in een interim-rapport tot de opleiding van
landmeettechnici aan een MTS.
De commissie ingesteld ter bestudering van de mogelijkheid van het
gebruik van de fotogrammetrie voor kaarten op grote schaal heeft
na het uitbrengen van een rapport over de werkzaamheden haar taak
beëindigd. Het verdere onderzoek zal worden overgelaten aan de be
voegde organen.
Gezien de grote behoefte aan een goed landmeetkundig woordenboek
werd door het hoofdbestuur een commissie in het leven geroepen die
tot taak kreeg vóór 1957 een zodanige dictionnaire samen te stellen.
Op het 13e congres, gehouden in het laboratorium voor landmeet
kunde te Wageningen, werden door verschillende sprekers enkele
r) Deze mededeling is bedoeld als rectificatie op hetgeen in dit tijdschrift
werd vermeld op blz. 108, r. 30 en 31er is voor de in de gewraakte zinsnede
geuite vrees geen grond aanwezig.