184 c De lengte-eenheid Achterwaartse insnijding Voorbeeld A B C S min Hfst. E 5 49 55 44 12 46 Fig. 9-a 2 100 58 1 70 b 100 35 58 20 70 c 100 100 0 0 0 Voonvaartse insnijding Voorbeeld A B S min Hfst. D 7 49 5t 36 9 37 Fig. Q-b 100 35 7° 25 82 c 100 100 60 60 70 d 36 100 78 28 87 Fig. 9-e-i 100 100 71 7i 82 2 86 88 63 48 70 3 80 84 53 36 55 4 77 83 40 26 44 5 87 93 70 57 80 6 82 87 59 42 64 7 78 85 47 31 5° 8 76 83 38 24 40 9 75 76 59 34 64 10 75 80 4° 24 43 11 73 81 3° 18 3i 12 72 81 24 14 24 L. Literatuur. 1. Tienstra. Grafische vereffening van de coördinaten bij enkele puntsbepaling (Tijdschr. voor Kadaster en Landmeetkunde 1937, blz. 41). 2. Van Wely. Bepaling en vereffening van een snelliuspunt volgens een half- grafische methode (Tijdschr. voor Kadaster en Landmeetkunde 1951, blz. 70). 3. Baarda. Verkenning van een snelliuspunt (Tijdschr. voor Kadaster en Land meetkunde 1952, blz. 53, 169, 217). 4. Reicheneder. Die Sicherheit einer Punkteinschaltung, ein Beitrag zur Fehler- theorie (Zeitschr. für Vermessungswesen 1941, blz. 386). 5. Schroeder. Trigonometrische und polygonometrische Arbeiten (Allgemeine Vermessungsnachrichten 1939, blz. 431). De grondslag voor de eenheid van onze lengtematen is nog steeds de materiële platina meter in de kelders van het pavilion de Breteuil te Sèvres, van het Bureau International. De heer A. Pérard, toenmaals onder-directeur van dit bureau, verklaarde in 1927 nog„Evenzeer als de afstand van twee punten, lijnen of oppervlakken van een vast lichaam voor onze geest een duidelijk begrip is, evenzeer blijft het mechanisme der licht-emissie nog onvoldoende doorgrond, zodat deze

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 22