LANDMEETKUNDE Verkenning van insnijdingen en bepaling van een sterktegetal n m Mlen o M. Ir. G. A. VAN WELY, Landmeter aan de Landbouwhogeschool, Wageningen: A. Inleiding. B. Bepaling van Q-getallen en foutenellips. C. Verandering van Q-getallen en foutenellips door toevoeging van een richting. D. Constructie voor de bepaling van de veiligheidscoëfficiënt van Reicheneder bij voorwaartse insnijding. E. Constructie voor de bepaling van de veiligheidscoëfficiënt van Reicheneder bij achterwaartse insnijding. F. Een sterktegetal als waardering voor puntsbepalingen uit voor- en achterwaartse richtingen. L. Literatuur. A. Inleiding. Bij de verkenning en vereffening van een puntsbepaling uit voor- en achterwaartse richtingen wordt veelal gebruik gemaakt van een in verse figuur, die ontstaat doorfle bekende punten I te inverteren met het onbekende punt P als oorsprong en de macht p. De coördinaten Z» en Y{ van de inverse punten blijken de waarden te hebben van resp. de bi en a* uit de correctievergelijkingen: a,- A X bi A Y ft Vi. Bij een bepaling waarbij achterwaartse richtingen zijn gebruikt komt de complicatie van de reductie van de onbekende oriëntering, doch deze wordt opgeheven door de punten I te verschuiven evenwijdig en gelijk aan de afstand van het zwaartepunt Z tot P, of, in het geval dat er alleen achterwaartse richtingen zijn, door de coördinaten Xi en F* te beschouwen t.o.v. het assensysteem door Z. De nauwkeurigheid van het punt wordt meestal aangeduid door de afmetingen van de zgn. foutenellips [aa] *2 2 [ab] xy bby2 m2, of door de getallen: Qxx [oo] [bb] [ab]2 D Qxy D ~w D De bepaling van deze grootheden volgt direct of indirect uit de inverse figuur (zie L i, 2, 3). /T Behalve deze nauwkeurigheidsaanduidingen voert Reicheneder (L4) een veiligheidscoëfficiënt a in, die hij uitdrukt in de verhouding van het Qn-getal van de bepaling en de som van de Q^-getallen die ont staan bij het achtereenvolgens weglaten van één der richtingen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 3