204
nisch meten heeft ons doen zien, dat in de landmeetkundige wereld
een levende geest heerst, die met zijn tijd mee gaat. Op dit gebied
liggen nog ongekende mogelijkheden. We zouden, geloof ik, met de
fantasie van Jules Verne begaafd moeten zijn om voorspellingen te
kunnen doen. Principieel is reeds een en ander bereikt. Het gaat er
nu echter om de handelbaarheid van het instrumentarium op te voeren
zonder aan de nauwkeurigheid afbreuk te doen. Wij hopen over enige
jaren opnieuw een studiedag over dit onderwerp te kunnen organi
seren en U de vooruitgang te kunnen tonen.
Op het achtste congres van de F.I.G. te Parijs werd besloten, dat
het negende congres in 1957 in Nederland zal worden gehouden. Dit
vraagt van ons land, en van ons landmeters in het bijzonder, een grote
inspanning. Wij zijn niet velen, maar wij hebben in de landmeetkundige
wereld een goede naam. Men verwacht van ons een goed georganiseerd
en op hoog peil staand congres. Nu reeds doe ik een beroep op U allen
de organisatoren bij te staan met raad en daad.
Ik zou voort kunnen gaan met het opsommen van gebeurtenissen
die aan kunnen tonen, dat ook in dit jaar de landmeetkundige wereld
in Nederland geleefd heeft; ik wil het echter hierbij laten."
Het verslag van de secretaris en het financieel verslag gaven geen
aanleiding tot opmerkingen en nadat de kascommissie, bestaande uit
de heren Ir. G. J. Bruins en Ir. S. Rienstra, bij monde van de laatste,
verklaard had de bescheiden in orde te hebben bevonden, werden de
verslagen onder dankzegging aan de samenstellers goedgekeurd.
Prof. R. Roelofs werd als enige candidaat bij acclamatie gekozen
tot opvolger van de aftredende voorzitter. Prof. Roelofs meende, dat
hij een zware taak zou hebben, omdat hij een voorzitter opvolgt, die
de Federatie op uitstekende wijze geleid heeft. Het internationale con
gres in 1957 zal van het Hoofdbestuur veel energie vergen, maar Prof.
Roelofs vertrouwde, dat alle leden morele en een aantal daadwerkelijke
steun zullen geven.
De redacteuren van het tijdschrift Prof. R. Roelofs en Ir. F. Harkink
werden bij acclamatie herkozen. Op voorstel van de voorzitter zou aan
de aftredende redacteur Mr. K. J. Bes, die verhinderd was het congres
bij te wonen, een brief met dankbetuiging worden gezonden. Als zijn
opvolger werd bij acclamatie Mr. ir. C. G. van Huls benoemd.
Het voorstel Prof. dr. ir. W. Schermerhorn tot erelid te benoemen,
werd met algemene instemming aangenomen.
Bij de rondvraag verzocht de heer A. Scheffer de in het congres
boekje voorkomende prent op kunstdrukpapier te laten afdrukken en
verkrijgbaar te stellen. Na ruggespraak met de redacteur-administra
teur van het tijdschrift, zei de voorzitter dit toe.
De heer W. Stoorvogel zei, dat de grote activiteit die Prof. Kruid
hof als voorzitter van de N.L.F. gedurende een aantal jaren heeft ont
wikkeld, aller bewondering heeft. Hij meende, dat een woord van
hartelijke dank wel op zijn plaats was.
Na zijn erkentelijkheid te hebben geuit voor de woorden van de heer
Stoorvogel, sloot de voorzitter het huishoudelijk gedeelte, waarna de