220
Enige punten voor onderzoek heb ik genoemd. Ook op het gebied
van de reproductie is het laatste woord nog niet gesproken. Inciden
tele onderzoekingen vragen veel persoonlijke offers van degenen die
ze verrichten en lopen bovendien de kans niet doeltreffend te zijn,
daar zij van te beperkte omvang kunnen zijn.
Daarom verdient het m.i. aanbeveling alle onderzoekingen te coördi
neren en de leiding hiervan toe te vertrouwen aan een Bureau On
derzoek van het Kadaster. Vele problemen gelegen op het gebied
van de praktijk kunnen dan, in samenwerking met het Laboratorium
voor Geodesie van de T.H. te Delft en eventueel andere instellingen,
worden onderzocht.
Aldus zal er toe kunnen worden bijgedragen, dat de wens van Boer
in vervulling gaat, nl. dat het Kadaster aan de veelzijdige eisen die
de maatschappij stelt kan voldoen.
Ir. F. VAN SCHAGEN
Hoofdingenieur bij de Cultuurtechnische dienst te Utrecht
Beschouwingen
omtrent enkele bij de Beierse Ruilverkavelingsdienst in zwang
zijnde technische methoden en hulpmiddelen op het gebied van de
reproductietechniek.
De voordracht gehouden door de heer Dipl. Ing. L. Jager, directeur
van de ruilverkavelingsdienst in het district Bamberg, behorende tot
het Duitse Land Beieren, ter gelegenheid van het Beierse congres
voor ruilverkaveling te München op 5 augustus 1953, was in zoverre
voor de daar aanwezige deelnemers van de Cultuurtechnische dienst
(Utrecht) van belang, dat methoden en middelen werden opgesomd,
sedert de oorlog bij de Beierse ruilverkavelingsdienst ontwikkeld en
beproefd, die, wel reeds te onzent bekend, maar nog weinig voor land
meetkundige doeleinden in toepassing gebracht, mogelijk ook wel van
belang zouden kunnen blijken te zijn voor de Cultuurtechnische dienst
als zodanig en eventueel voor andere diensten in Nederland die zich
met reproductie van gekleurd en ander kaartmateriaal bezighouden.
Op de tentoonstelling, verbonden aan dit congres, kon men diverse
van deze methoden en hulpmiddelen nader bezichtigenook kon men
een bezoek brengen aan de reproductieafdelingen van de kantoren te
Krumbach en Bamberg.
1) De schrijver is de heren M. IJ. Flink, chef-cartograaf van de Meetkundige
dienst van de Rijkswaterstaat en Ir. J. A. C. E. van Roermund, geodetisch-
ingenieur bij de Topografische dienst, beiden te Delft, zeer erkentelijk voor het
doorlezen van zijn manuscript en voor de door hen gemaakte opmerkingen, die
zoveel mogelijk in het onderstaande artikel zijn verwerkt.