FOTOGRAMMETR1E EN CARTOGRAFIE
Het Kadaster en de fotogrammetrie
G. F. WITT
Landmeter ie klasse van het kadaster, Almelo:
Voordracht gehouden op het 14e Congres van de Nederlandse
Landmeetkundige Federatie te Rotterdam op 11 juni 1954
Inleiding.
Uit de tijdsduur die mij is toegedacht voor de te houden voordracht
blijkt, dat deze als „bladvulling" is bedoeld. Nu bezitten bladvullingen
de nogal vervelende eigenschap, dat zij of buitengewoon geestig zijn of
in enkele zinnen een grote hoeveelheid levenswijsheid aan ons deelachtig
doen zijn. Een dergelijke taak ten aanzien van het aangekondigde onder
werp te volbrengen is niet mogelijk. U moet dus een voordracht in
verkorte vorm verwachten, waarbij het, tengevolge van de toegestane
tijdsduur, onmogelijk is diep op de aangesneden punten' in te gaan.
Zoals U bekend is had ik het genoegen enige maanden geleden een
voordracht te houden over „Fotogrammetrie en Kadaster". Enige col
lega's hebben mij gevraagd of ik nu hetzelfde verhaal zou afsteken.
Natuurlijk niet, U kunt die voordracht in het Tijdschrift voor Kadaster
en Landmeetkunde lezen.
Andere, meer scherpzinnige geesten, hebben opgemerkt, dat de twee
woorden van volgorde verwisseld waren en stelden de vraag of ik dan
misschien mijn in december gehouden Voordracht achterstevoren zou
lezen. Ook deze belangstellenden moet ik teleurstellen, ie omdat zij dit
zelf kunnen doen, daar, zoals gezegd, de lezing reeds is gepubliceerd,
2e omdat zij er niets van zouden begrijpen, en 36 omdat het voor mij
te vermoeiend zou zijn.
Toch zult U veel bekende klanken horen, misschien wel enige in Uw
oren erg revolutionaire woorden, en ook wel zaken die reeds eerder zijn
gezegd. Maar het is soms goed, dat dingen op een andere wijze nog
eens worden gezegd; misschien zal het noodzakelijk zijn ze meer dan
tweemaal te doen horen.
Immers, Boer schrijft in de eerste jaargang van het Tijdschrift voor
Kadaster en Landmeetkunde al: „Zal het Kadaster aan de veelzijdige
eisen, aan de economische, juridische en financiële behoeften voldoen,
dan moet het in zijn technische uitvoering rusten op wetenschappelijke
beginselen; dan moeten de grote vorderingen op landmeetkundig ge
bied de landmeter tot in merg en been zijn doorgedrongendan moeten
de beste en kostbare instrumenten hem niet slechts uit leerboeken doch
door veelvuldig gebruik en praktische oefening bekend zijn
„Dan moeten de grote vorderingen op landmeetkundig gebied de
landmeter tot in merg en been zijn doordrongen", dit houdt in, dat in