252 bestemming had wordt hier de gelegenheid geboden om in plaats van grond en een vergoeding van de meerwaarde algehele vergoeding in geld te krijgen."). De procedure is dan als volgtDe eigenaar van gronden in een goed gekeurd bestemmingsplan, die zullen worden toebedeeld aan een open baar lichaam, geeft bij de wenszitting te kennen, dat hij grond terug wil hebben. Bedoelde gronden zijn geschat op agrarische waarde en als bouwterrein. De Plaatselijke Commissie betaalt het verschil uit en wijst grond toe tot een bedrag gelijk aan de agrarische waarde. Het openbaar lichaam, dat eveneens bepaalde kavels krijgt toegewezen, stort de daarvoor overeengekomen bedragen in de ruilverkavelingskas, waar ze in mindering komen van de ten laste van de gezamenlijke eigenaren komende kosten (art. 13, 3e lid). Ter verdediging van deze handelwijze schrijft de Minister in zijn memorie van antwoord (blz. 28 ie kolom onderaan) „Aangezien de waarde der kavels van het gehele blok wordt afgetrokken en dus alle eigenaren terzake een evenredige aftrek moeten gedogen, is het redelijk het door het openbaar lichaam betaalde bedrag in compensatie te brengen met het totaal der ten laste van de eigenaren vallende uitgaven, die immers weer over alle kavels worden omgeslagen." Hier moet Zijne Excellentie toch een verkeerde voorstelling van zaken hebben, want de waarde die van het gehele blok wordt afgetrok ken en evenredig door alle eigenaren moet worden geaccepteerd, is de agrarische waarde van het perceel bouwterrein, terwijl het door het openbaar lichaam betaalde bedrag dat om bovengenoemde reden van de kosten der eigenaren mag worden afgetrokken een heel andere som is, nl. de werkelijke waarde van het perceel. De Minister motiveert hier dus eigenlijk de billijkheid van de storting en in mindering brenging van de agrarische waarde, terwijl de bouwterrein-meerwaarde buiten de ruilverkaveling om rechtstreeks door de Plaatselijke Commissie, na ontvangst van het openbaar lichaam, aan de betrokkene zou kunnen worden uitbetaald. Er zijn deskundigen op ruilverkavelingsgebied, die zouden willen, dat de eigenaar van een perceel dat toegedeeld zal worden aan een open baar lichaam, daarvoor slechts grond terugontvangt tot de agrarische waarde van zijn inbreng (als hij tenminste geen geld kiest) de meer waarde behoort een dergelijk slachtoffer dan in de ruilverkavelingskas te laten. Zij zeggenzo'n eigenaar van grond die aan een openbaar lichaam zal worden toegedeeld, heeft de keuze tussen óf volledige ver goeding wat hij zal kiezen wanneer de grootte van het perceel niet van veel belang is voor zijn bedrijf óf agrarisGhe waarde in grond terug (dit laatste zal hij kiezen, wanneer het behoud van grond voor de uitoefening van zijn bedrijf voor hem een levensbelang is). Kiest hij het laatste, dan is het toch volkomen billijk, dat de gezamenlijke eigenaren die hem de vereiste grond moeten verschaffen, daarvoor extra schadeloos gesteld worden in de vorm van vermindering van hun gezamenlijke kosten door storting van het totale bedrag in de ruilver kavelingskas.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 42