261 kaartgrens als rechtsgrens beschouwd, hoewel beroep op de rechter openstaat en deze anders kan beslissen als goede trouw bij de verkrij ging bewezen wordt'. Het Nederlandse kadaster acht Jonas een vermenging van belasting- en eigendomskadaster te zijn. Moeilijkheden t.a.v. de grenzen ontstaan vooral door wandelende cultuurgrenzen. Het is nogal eenzijdig als de schrijver beweert, dat tal van kadastrale metingen sinds 1838 uitge voerd werden, omdat de dienst van de grondbelasting deze nodig had voor zijn heffingen, hoewel hij toegeeft, dat bij meting na vervreem ding van perceelsgedeelten de eigenaren wel begrijpen, dat zij bij het gemeenschappelijk aanwijzen van de nieuwe grens een daad als eige naar verrichten. Na gewezen te hebben op het ontstaan van nieuwe rechtsgrenzen na ruilverkaveling en de moeilijkheden die rijzen bij een kadastrale her meting wanneer de terreinstoestand niet meer overeenstemt met vroeger vastgelegde kadastrale grenzen (kwestie of publicatie van het nieuwe grensbeloop door overschrijving van een stuk in de openbare registers nodig is) komt de schrijver tot zijn conclusies, die niet erg positief zijn. Hij vindt eigenlijk, dat het kadastrale perceel in Nederland, omdat nu eenmaal het leeuwendeel der metingen op fiscale belangen berust, volkomen ongeschikt is om de specialiteitsgedachte in het rechtsverkeer goed uit te voeren. Het gebruik van de kadastrale aanduiding in ge publiceerde akten kan in een proces slechts het feitelijk vermoeden opleveren, dat partijen bedoelden te leveren tot aan de kadastrale grenzen. Dit vermoeden is in een rechterlijke uitspraak meermalen opzij gezet door het doen prevaleren van een nadere omschrijving van het onroerend goed, die in strijd was met de kadastrale. Nu in het B.W.-ontwerp van Prof. Meyers het negatieve publiciteits- stelsel gehandhaafd blijft, vestigt Jonas de aandacht op de mogelijkheid hierbij toch t.a.v. de specialiteit een positief standpunt in te nemen. Een geheel nieuwe kadastrale kaart van Nederland, verkregen na contradictoire delimitatie zou hiervoor nodig zijn, doch op korte termijn is zulks onmogelijk. De schrijver stelt daarom voor te ijveren voor enige nieuwe wetsbepalingen, die aan nieuw ontstane kadastrale plans rechtskracht moeten verlenen. Na hermeting, na ruil- en herverkaveling, zou dan voor de hierbij betrokken gebieden een positieve specialiteit zijn verkregen, doch het bezwaar is dan dat voor niet hermeten streken het kadastrale kenmerk nog jaren lang een andere juridische betekenis zal blijven behouden. Men beginne alvast met de aanduiding van het onroerend goed in de akte op slechts één wijze te bewerkstellingen, d.i. door de kadastrale. Spanningen tussen meer dan één objectsomschrijving worden dan vermeden. In ieder geval moet het leveringsvoorschrift voor onroerend goed de toevoeging krijgen„De akte bevat de aanduiding van het onroerend goed naar aanleiding van de kadastrale omschrijving" een bepaling die in het ontwerp-Meyers niet voorkomt, waar alles inzake de kadastrale

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 51