286
„De gebouwde en ongebouwde eigendommen zullen in alle akten, be
stemd om in de registers der bewaring van de hypotheken te worden
ingeschreven, overgeschreven, vermeld of aangeteekend, op gelijke
boete worden aangeduid door de opgave van de gemeente, de sectie
en het nummer, waaronder elk perceel in de schrifturen van het kadas
ter bekend is enz."
Wij zien dus, dat de wetgever, zonder hieromtrent iets naders te
bepalen, gebruik maakt van het kadaster, zijnde een door het Rijk
gecreëerde instelling, die geregeerd wordt door voorschriften uit
sluitend door de uitvoerende macht gegeven.
Voor bijzonderheden omtrent de details van de kadastrale aandui
ding gemeente, sectie en nummer, zullen wij dus bij deze voorschrif
ten te rade moeten gaan.
Zoals U allen bekend is, vinden deze voorschriften hun basis in de
verordeningen van het Franse kadaster, volgens welke hier te lande
de kadastrale stukken zijn opgemaakt en samengesteld en die zijn te
vinden in de Recueil méthodique des lois, décrets, régiemens, instruc
tions et décisions sur le cadastre de la France, met een vertaling in
het Nederlands, uitgegeven in 1812.
In de Recueil méthodique vinden wij allerlei bepalingen omtrent de
delimitatiën van gemeentegrenzen, omtrent eventuele vereniging van
gemeenten, voorts over de verdeling van gemeenten in sectiën, het
aantal sectiën en hun benaming, dat zij door een letter van het alfabet
moeten worden aangeduid enz. enz. Voorts over de provisionele en
definitieve nummering van de percelen en wat een perceel uitmaakt.
Lezen wij de 1144 artikels van de Recueil méthodique na, dan komen
wij wel tot de conclusie, dat met de oprichting van het kadaster uit
sluitend een fiscaal doel werd beoogd.
Ook de eerste na de Franse overheersing verschenen circulaires be
vatten voorschriften die alleen de grondbelasting moeten dienen. (Het
is wel aardig hierbij even circ. 27 te noemen, waarin regels worden
gegeven voor het nummeren op de plans en het boeken in de kadastrale
legger en in de aanwijzende tafel van de aan grondbelasting onder
worpen rechten van overvaart en visserij ik zie hier namelijk enige
analogie met de kadastrale aanduiding van appartementen.)
Toch zou men uit enkele artikelen van de Recueil méthodique kun
nen opmaken, dat de makers van de eerste voorschriften nog een ander
doel voor ogen schemerde dan uitsluitend het fiscale. Ik noem hier de
artikelen 703, 2e lid, 1142 en 1143 resp. luidende:
art. 703 2eMaar het cadaster moet eenmaal tot instrument dienen
om den eigendom te bewijzen...,
art. 1142: Het perceelsgewijze opgemaakte cadaster levert nog andere
voordelen ophetzelve beslist en voorkomt in het vervolg een menigte
geschillen tusschen de grondeigenaars over de grenzen hunner eigen
dommen
art. 1143: Het cadaster kan en moet noodwendig in het vervolg tot
bewijsstuk in regten dienen om den eigendom te bewijzen. Evenzoo
is het met de boeken van de eigendomsverwisselingen gesteld, welke