291
tot stand gekomen, was dit toch een consequentie, waartegen vele be
denkingen kunnen worden geopperd. Nu weet ik wel, dat er althans
naar mijn mening moeilijk een betere methode van administratie van
de titels kan worden gevonden, maar tegen het gelijkstellen in de ad
ministratie van kadastrale grenzen met rechtsgrenzen of laat ik liever,
zeggen met titelgrenzen zijn bezwaren aan te voeren. In dit licht bezien
zijn het streven van I. Boer Hzn. tot verbetering (vernieuwing) van
het kadaster en de oppositie die destijds gevoerd is tegen de boek
houding op het perceel wel volkomen verklaarbaar.
De boekhouding op het perceel is voor wat de hypothecaire inschrij
vingen betreft ingevoerd bij K.B. van 30 juli 1878 (Stbl. nr. 104),
waarbij het belangrijke register Hyp. nr. 69a ontstondvoor de over
schrijvingen ontstond zij op 1 januari 1929, toen de bijhouding van
het algemeen register werd stopgezet en de overgeschreven titels alleen
nog maar bij het perceel in de legger werden aangetekend.
Toch zijn er nog jaren lang hypotheekbewaarders geweest, die wei
gerden een bewijs van onbezwaardheid van een perceel af te geven
wanneer zij bij het nagaan van de afstamming van dat perceel alleen
uit de registers één of meer percelen of gedeelten van percelen tegen
kwamen, waarbij een inschrijving vermeld stond. De ligging van de
grenzen der percelen ten opzichte van elkaar bleef hierbij geheel buiten
beschouwing. Zagen deze bewaarders m de kadastrale aanduiding nog
steeds alleen maar een hoofdonderscheidingsteken?
Echter m de resoluties van de Minister van Financiën van 25 fe
bruari en 22 maart 1890, nr. 38 en 12, P.W. nr. 7^73> wordt onder
meer dit gezegd
„dat bij het onderzoek naar de al of niet bezwaardheid van percelen
niet volstaan kan worden met de raadpleging van het register no. 69a,
dat toch, waar de wetgever bij de artikelen 1265 en 1268 B.W. den
bewaarder de verplichting oplegt tot het afgeven van staten en ge
tuigschriften, hij kennelijk op het oog heeft zodanige staten en getuig
schriften, welke ten aanzien van de opgegeven goederen den hypothe-
cairen toestand zo stellig aanwijzen, als die in het archief van het
kantoor, zonder onderscheid tussen hypothecair of kadastraal archief
te maken, kan worden nagegaan;
dat aan dat oogmerk niet wordt voldaan, wanneer de bewaarder in
gevallen als boven omschreven nalaat in de kadastrale stukken te on
derzoeken of de opgegeven percelen al of niet zijn samengesteld uit
vroeger verbonden gedeelten van percelen."
Een erkenning dat het kadastrale archief niet meer is een uitsluitend
belastingarchief.
Met kadastrale stukken worden hier bedoeld de hulpkaarten, soms
zelfs het veldwerk en de staten Kad. 75-
Ten aanzien van de rechtsoverdracht van onroerend goed geldt hier
te lande volgens net thans geldende recht het zgn. negatieve stelsel van
openbaarheiddit brengt met zich mede, dat voor de beoordeling van
de rechtstoestand van een onroerend goed in de eerste plaats alle op
dit onroerend goed betrekking hebbende titels geraadpleegd moeten