299 De hoofden van de kadasterbureaus hebben, behalve hun bemoeiing met de bijhouding, de taak zich voortdurend op de hoogte te stellen van en te rapporteren over de behoeften van overheid en maatschappij op landmeetkundig gebied, zich te interesseren voor alle plannen dien aangaande in hun district en zo tijdig samenwerking te zoeken, dat dubbel werk en verkwisting van gelden voorkomen wordt. Dank zij het persoonlijk initiatief van deze hoofden zijn zij ook ingeschakeld bij de planning. De diensten die hierbij belang hebben, zoals woningdiensten, kadaster, waterschappen, hebben in sommige streken werkgemeen schappen gevormd, waarin zij ieder hun eigen taak hebben. Verbetering en het algemeen nuttig maken van meetgegevens is hier doel. Over de gemeentelijke meetdienst schrijft de Obervermessungsrat van Wiesbaden, de heer Marx. Darmstadt, Frankfurt, Giessen, Ha- nau, Bad Hersfeld, Kassei, Offenbach en Wiesbaden hebben eigen meetbureaus. Frankfurt het oudste (traditie gaat terug tot de 14e eeuw) de meeste ontstonden eind vorige eeuw. Er zijn twee hoofd vormen, enerzijds bijna uitsluitend technische diensten, anderzijds tevens beherende. De laatste vorm voldeed het best volgens schrijver. Belangrijkste taken: net van vaste punten aanleggen en bijhouden, rooilijnen uitzetten en hoogten, gebouwen inmeten enz. Alle straten hebben hun polygoonlijnen, liefst langs de trottoirbanden en evenwijdig aan de weggrenzen. Verzekering meest met ijzeren buizen in beton met straatkast. Dikwijls worden de grenspunten in coördinaten be rekend. In Wiesbaden wordt ieder meetpunt berekend om onverander lijke meetgetallen en onveranderlijke grootten te waarborgen. Het hiaat tussen de eigendomskaarten op de schalen 1 250 en 1 1000 en de topografische kaart 125 000 hebben de meeste diensten al spoedig aangevuld met een raamkaart 12000 of 12500, dikwijls nog, wegens hun ontstaansperiode, in het oude coördinatenstelsel. Volgt een overzicht van het bezit aan kaarten van genoemde plaatsen enz. C. Wirth laat zijn gedachten gaan over een gewenste nieuwe ka- dasterwet en een nieuwe wet op de afpaling. In de „Führerstat" hield men ieder bevel, in welke vorm ook ge geven, voor dwingend. Het is echter twijfelachtig of de toen gegeven voorschriften over het kadaster, voor zover zij ingrijpen in burger rechtelijke verhoudingen, nu nog geldend recht zijn. Thans heerst de opvatting, dat deze voorschriften overheidsdiensten binden, niet de burger. Hierdoor ontstaan complicaties, die een wettelijke regeling noodzakelijk maken. Daarbij komt, dat in het tegenwoordige Hessen, wegens zijn samen stelling uit heterogene delen, verschillend recht van kracht is. Dit is op den duur onhoudbaar. Bovendien zijn de in de voormalig Pruisische delen geldende Anweisungen sterk verouderd en zij berusten op grond- belastingwetten, waarvan sommige dateren van meer dan een eeuw geleden en die wat hun andere bepalingen betreft reeds lang buiten werking zijn gesteld.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1954 | | pagina 37