308
De voorzitter deelt mede, dat het bestuur van de F.I.G. als volgt zal
worden samengesteldvoorzitter Prof. Roelofs, secretaris Prof. Baar-
da, penningmeester Ir. Govers. De studiedagen zullen aan de geofy
sica gewijd zijn. De onderwerpen voor het congres staan nog niet vast.
De heer Govers meent, dat wij een zware taak hebben om het congres
van de F.I.G. in 1957 te doen slagen. Wij moeten er voor zorgen, dat
ons land niet alleen vooraan staat in de geodesie, maar ook in het
ontvangen. Wil het congres slagen, dan is er een enorm bedrag voor
nodig (in Zwitserland was dit frs. 70.000). Van dit bedrag komen
uiteraard verschillende kosten op rekening van de deelnemers, maar
de N.L.F. zal toch moeten kunnen rekenen op de medewerking van de
Nederlandse landmeters in financieel opzicht. Wordt gedacht aan een
bedrag van 50.per persoon en wordt dit bedrag over 4 jaar uit
gesmeerd, dan is dit per hoofd en per jaar 12.50. Misschien komt dit
bedrag weer geheel of gedeeltelijk terug, bv. door maatregelen van
de N.L.F. of door winst.
g. Voordracht van de heer L. Bos over „Organisatie en Administratie".
De voorzitter leidt de spreker in. Het kadaster is niet een modern
bedrijf, maar er wordt toch meer en meer met een productiecoëffi-
cient gewerktde heer Stoorvogel heeft een puntenstelsel ontworpen
en de heer Gorter denkt in „manjaren". De Vereniging voor K. en L.,
die niet altijd voorgaat, maar wel altijd bereid is te volgen, wil hieraan
enige bemesting toevoegen. Het bestuur is daarom gaan struinen om
een deskundige te vinden en is toen tot de heer Bos gekomen. De heer
Bos zal vanmiddag het kadaster niet gaan reorganiseren, maar zal
wel enkele flitsen uit zijn praktijk geven.
De heer Bos spreekt zijn voordracht uit. (De korte inhoud hiervan
zal in dit tijdschrift worden opgenomen.)
De voorzitter stelt de discussie open.
De heer Wolters vraagt, of de spreker nog iets meer over de pons
kaartensystemen kan vertellen, daar deze bij de landmeters van het
kadaster nog weinig bekend zijn.
De heer Bos deelt mede, dat er drie systemen zijnHollerith (van de
I.B.M.), het Powers-systeem en het Bull-systeem. Deze drie systemen
werken volgens hetzelfde principe en gebruiken dezelfde kaarten. In
dien hij voor het kadaster een systeem zou moeten aanwijzen, zou dit
niet Hollerith zijn, want de samenvoeging is hier zeer beperkt. Dit
wil echter niet zeggen, dat er voor het kadaster geen systeem denk
baar zou zijn.
De heer Hoving vraagt, of er inpons land geen opleidingen voor de
administratie zijn.
De heer Bos gebruikt uitsluitend de waarnemingen uit de praktijk.
Boeken zijn hem onbekend. Naar zijn mening is bedrijfsadministratie
niet iets om uit boeken te halen.
De heer Jonkers deelt mede, dat er een opleiding in Arnhem is, die
tussen de universiteit en de middelbare school ligt.
De heer Bos heeft het oog op ingenieurs die aan een leidinggevende
functie toe zijn. Dezen hebben gebrek aan administratieve kennis, die