8
stateert in haar rapport, dat de boekhouding van de eigendom en het
daarbij behorend plan belast zijn met een „onderverdeling van eigen
domspercelen", die voor het eigendomskadaster niet alleen nutteloos is,
doch die zelfs in hoge mate schadelijk blijkt voor de rechtszekerheid
van de eigendom. Zij oordeelt nl. deze onderverdeling als „een on
nodige last voor de kadastrale administratie" en betoogt, dat zij „vooral
een factor van grote onzekerheid brengt (cursivering van mij) in
het eigendomsrecht". Dit laatste klapt wel de deur toeeen kadaster
dat, door het star vasthouden aan een nutteloze en voor zichzelf lastige
maatregel, grote onzekerheid veroorzaakt in het eigendomsrecht
Voor wie van dit deel van het rapport kennis neemt, kan er maar
één conclusie zijn: wég met deze onderverdeling van het eigendoms-
p.erceel, die een schadelijke uitwas is van de verouderde fiscale op
vatting, dat alles wat cultuurgrens is opgenomen zou moeten worden.
De commissie stelt voor de oplossing twee alternatieven
„i. Het verenigen van de cultuurpercelen tot eigendomspercelen.
2. Het controleren van de grenzen der cultuurpercelen zo spoedig
mogelijk nadat deze grenzen blijkens een overgeschreven akte
rechtsgrenzen zijn geworden."
Het eerste zou inderdaad op eenvoudige wijze het kankergezwel uit
snijden en past zonder meer in, beter, is noodzakelijk voor de opzet van
een goed eigendomskadaster. Maar de commissie wijst deze oplossing
af om redenen, die niets, maar dan ook totaliter niets met het eigen
domskadaster zelf van doen hebben. En zij beveelt het tweede aan, dat
het kwaad niet in de wortel aantast, omdat de kankerhaard blijft zitten
en besmetten. Zij houdt stevig vast aan deze onderverdeling en stelt
een remedie voor die als mosterd na de maaltijd komt. Omdat het
„nadat" minstens „voordat" zou moeten zijn, wil men de door haar ge
wraakte grote onzekerheid in het eigendomsrecht inderdaad opheffen.
Zij blijft hardnekkig onder de huif van het fiscale karretje en ziet niet
het wijde verschiet van de kadastrale historie, waaruit overtuigend blijkt,
dat een kadaster op fiscale grondslag lees met voor het eigendoms
kadaster onnutte perceelsvorming, via grenzen die bovendien steeds
her en der blijven springen en dus niet bij te houden zijn nooit een
basis kan zijn voor een goed eigendomskadaster. En zij klampt zich,
om die onderverdeling toch maar te kunnen behouden, vast aan een
dienstvoorschrift, dat ook bij andere eigendomskadasters terecht voor
komt, doch daar zeer wel uitvoerbaar blijkt zonder de boekhouding op
de eigendom ermee te belasten met alle gevolgen van dien
Misschien vindt de commissie mij onvriendelijk. Zij vergeve mij, dat
ik duidelijk ben in het belang van de goede zaak die ik meen te dienen,
nl. het signaleren van de hardnekkigheid van de fiscale sfeer, die te
vaak de alfa en omega blijft van de kadastrale gedachtengang. Doch
de sfeer waarin het spel gespeeld moet worden, zal gezuiverd moeten
worden van deze e.a. fiscale invloeden. Overigens stelde ik slechts een
voorbeeld onder de vele die ik terzake zou kunnen geven. En daar
onder zijn er die even typerend en even funest blijken.
Hogerop stelde ik, dat de pot de moeite waard lijkt. Is hij ook de