15
„waterdicht", want aftrek voor wegen en waterlopen benevens normale
onderbedeling kunnen bij deze redactie aanleiding geven tot schade
loosstelling. Aangezien de pachter in de ruilverkavelingsprocedure toch
reeds een bevoorrechte positie inneemt immers hij profiteert onmid
dellijk van de voordelen, maar betaalt niet in de kosten, kan hoogstens
een verhoogde pachtsom moeten betalen, maar is hier afhankelijk van
de normen die de Grondkamer aanlegt meende men hem ten aanzien
van bovenbedoelde schadevergoeding niet te moeten bevoordelen boven
de eigenaar, die voor verlies van grond, nodig voor aanleg van wegen
en waterlopen, geen vergoeding ontvangt en voor onderbedeling alleen
vergoeding voor het verlies van grond als vermogensbestanddeel, maar
geen vergoeding voor bedrijfsschade.
Om deze reden is men van regeringszijde met een geheel nieuwe
redactie van art. 18, ie lid gekomen, waarbij bepaald wordt, dat de
pachter recht heeft op toedeling van een waarde in kavels, die aan de
zelfde maatstaven onderworpen is als die der eigendomskavels.
Dus voortaan geen mogelijkheid tot schadeloosstelling voor de
pachter bij normale onderbedeling. Op blz. 248 van jg. 1953 van dit
tijdschrift verdedigt Mr. Korte het standpunt de pachter wél te ver
goeden voor het evenredig gemis aan waarde van gronden die aan een
openbaar lichaam zullen worden toegedeeld en hij motiveert zijn stand
punt door op te merken, dat de eigenaren minder kosten behoeven te
betalen tengevolge van de storting van een bedrag gelijk aan de agra
rische waarde van die gronden in de ruilverkavelingskas.
Theoretisch heeft de heer Korte gelijk, maar toch zou ik willen
wijzen op de grote praktische bezwaren die ertegen kunnen worden
ingebracht. We zullen zien, dat het mogelijk is, dat we gaan werken
met twee toedelingspercentages (één voor de eigenaren en één voor de
pachters). Zouden we dan ook nog de schade moeten nagaan, die de
pachters ondervinden van de toedeling aan openbare lichamen en zou
deze schade evenredig verdeeld moeten worden onder alle pachters in
het blok, dan halen we ons daarmede wederom een hoeveelheid werk
op de hals, waarvan het resultaat voor de pachters niet gelijkwaardig
is aan de moeite die hier voor de Plaatselijke Commissie aan verbonden
is. Ik moge hier pleiten voor een praktische uitvoering, waarbij kleine
oneffenheden in de uitvoering ondergeschikt worden gemaakt aan
grote praktische bezwaren, waarmee ik allerminst wil betogen, dat uit
praktische overwegingen de wet onjuist zou moeten worden toegepast.
Het is voor mij trouwens de vraag of een pachter wel aanspraak kan
maken op deze schadevergoeding, nu art. 18, xe lid voorschrijft, dat
hem grond wordt toegewezen naar dezelfde maatstaven als gelden voor
de toedeling van de eigendom.
Het was bekend, dat bij de Tweede Kamer ernstige bezwaren be
stonden tegen de voorgestelde pachtdwang. Men heeft op verschillende
wijzen getracht deze gevallen tot het uiterste te beperken, maar ook
gevoeld, dat men de landmeter-deskundige, die toch in eerste instantie
het verdelingsplan maakt, voor onoplosbare puzzles zou plaatsen, wan
neer men deze gedwongen pachtruil niet accepteerde. Naar mijn over-