24
Bij de voorbereiding geschiedt het onderzoek naar de pacht slechts
zeer summierwanneer ongeveer 20 verpacht is, kan men moeilijk
in dit stadium van het werk uitmaken of er nu inderdaad een vertegen
woordiger van de pachters in de commissie zitting zal moeten nemen.
In grote blokken kunnen, in plaats van één, twee of meer plaats
vervangende landmeters-deskundigen worden aangewezen, terwijl, als
de omvang van het blok daar aanleiding toe geeft, de Centrale Com
missie kan bepalen, dat het aantal leden van de P.C. groter dan 5 zal
zijn. Lid 5 van art. 51 bepaalt o.a. dat voorzitter en secretaris van de
P.C. de besluiten van de commissie uitvoeren, zo nodig rechtshande
lingen kunnen verrichten en in rechte optreden, terwijl lid 6 de na
koming van de uit die rechtshandelingen voortvloeiende verplichtingen
door de Staat garandeert. In de wet 1938 is hieromtrent niets bepaald
en is de juridische figuur van de P.C. moeilijk juist te definiëren. Zij
is geen vlees en zij is geen vis en iemand die belangrijke afspraken
met haar maakt, kan zich terecht afvragen welke waarborgen hij heeft,
als hij met een dergelijke juridisch zo zwakke figuur in zee gaat. Hoe
wel dit gebrek tot heden nooit tot enige moeilijkheid aanleiding heeft
gegeven, zijn de bepalingen in het 5e en 6e lid zeker verbeteringen
en versterken zij de positie van de P.C. tegenover hen die met voor
zitter en secretaris handelen.
Art. 54 is een zeer uitgebreid artikel, dat in acht onderdelen de
werkzaamheden op het terrein en de bevoegdheden van het uitvoerend
orgaan regelt. Het komt in belangrijke mate overeen met het bestaande
art. 41. In het tweede lid is nieuw de bepaling, dat openbare lichamen
die met het beheer en het onderhoud van bepaalde werken zijn of
zullen worden belast, zelf deze werken kunnen uitvoeren, natuurlijk in
nauw contact met de P.C. Niet de P.C. maar Ged. St., na overleg met
de C.C., geven hiertoe opdracht.
Een zeer belangrijke aanvulling zien we in het 4e lid, dat luidt:
„Indien naar het oordeel van de C.C. het belang van de ruilverka
veling zulks vordert, kunnen gronden worden drooggelegd, ontgonnen
of herontgonnen, begreppeld of gedraineerd, tijdelijk geëxploiteerd en
tijdelijk in gebruik gegeven, in welk laatste geval de ter zake van pacht
geldende wettelijke bepalingen niet toepasselijk zijn."
Hiermede beoogt de Minister de mogelijkheid te scheppen, voordat
het plan van toedeling ter visie gaat en vastgesteld wordt, reeds kavels
in tijdelijk gebruik te geven. Naar mijn mening komt deze bepaling
enigszins als mosterd na de maaltijd. Onder de tegenwoordige wet
hebben we de grote moeilijkheid, dat voorlopige ingebruikgeving niet
mogelijk is, terwijl daarentegen de tervisielegging van het plan van
ruilverkaveling soms jaren vertraagd wordt door de wettelijke verplich
ting in dit plan de uitkomsten van een tweede schatting op te nemen.
Men probeerde dan vrijwillig tot overeenstemming te komen met alle
eigenaren en wanneer een enkele zijn medewerking weigerde, vroeg
men de C.C. art. 41, 3e lid toe te mogen passen en de oude percelen
van de weigerachtige eigenaar in exploitatie te mogen nemen en hem
als vergoeding daarvoor zijn nieuwe kavels aan te bieden. Om-