25 dat „het tijdelijk in exploitatie nemen" ingevolge art. 41 niet met deze bedoeling in de wet was gekomen, gaf de C.C. slechts met tegenzin of in het geheel geen toestemming om deze werkwijze toe te passen. In het laatste geval moest dan de P.C. van voorlopige ingebruikgeving af zien. Onder de nieuwe wet kennen we de splitsing van het plan van ruil verkaveling in een plan van toedeling en een plan van geldelijke rege lingen. Dit betekent, dat wanneer de nieuwe indeling gereed is, men het plan van toedeling onmiddellijk ter visie kan leggen. De geldelijke verrekeningen komen in een later stadium bij het plan van geldelijke regelingen. Staat het plan van toedeling vast, dan kunnen de kavels in gebruik genomen worden en is er dus geen reden meer de C.C. lastig te vallen met een verzoek tot tijdelijke ingebruikneming. Slechts in zeer grote verkavelingen zal het kunnen voorkomen, dat men een klein, ge heel op zichzelfstaand gebied, vlugger dan de rest verkaveltvoor der gelijke gevallen kan de ingebruikneming nog enig nut hebben. Aan de hand van de in de vorige artikelen gegeven algemene richt lijnen kan, nadat de Plaatselijke Commissie en haar deskundigen zijn benoemd, met de uitvoering van het werk begonnen worden. Allereerst komt aan de ordehet opmaken van de lijst van rechthebbenden en het schatten van de gronden artt55, 56 en 57). De redactie van art. 57 wijkt aanzienlijk af van het overeenkomstige artikel in de wet 1938 en luidt: „1. De centrale commissie ontwerpt een stelsel van classificatie van de grond en bepaalt van iedere klasse de waarde per hectare, welke als grondslag voor de toedeling zal dienen. Bij deze bepaling blijven andere dan agrarische factoren buiten beschouwing. 2. De centrale commissie maakt van deze verrichtingen een proces verbaal van classificatie op. 3. De schatters delen de grond aan de hand van het proces-verbaal van classificatie in klassen in. 4. Indien andere dan agrarische factoren de werkelijke waarde van het land mede bepalen, wordt deze door de schatters afzonderlijk ge schat." Wordt in het eerste lid van dit artikel de agrarische waarde op het moment van de eerste schatting als grondslag van de toedeling ge noemd, zoals we zagen bij de bespreking van art. n, ig lid, kan hier van worden afgeweken. Bovendien staat dit artikel toe, dat andere dan agrarische waarde apart wordt geschat, dus bv. de waarde van de grond als bouwterrein. Behalve de toedelingswaarde zal aan een dergelijk terrein nog een surplus als gevolg van andere dan agrarische factoren worden toegekend. Leest men echter hetgeen in de memorie van antwoord over de schat ting wordt gezegd, dan krijgt men zeer sterk de indruk, dat art. 57 de geboorte van een geheel nieuwe schattingsmethode inhoudt. Het per abuis gepubliceerde art. 57 (oorspronkelijke tekst) en de memorie van antwoord geven ons een inzicht in de bedoelingen van de wetgever. Deze zijn drieërlei

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1955 | | pagina 27