34 Tienstra bij de toepassing van de voortplantingswet, van de methode van Boltz en van vele andere kwesties. Reeds eerder werd de helder heid van het betoog vermeld. Gaarne wensen wij de schrijver toe, dat spoedig een tweede druk van zijn boek nodig iswellicht zouden bovenstaande opmerkingen dan aanleiding kunnen geven tot het verbreden van de basis. W. Baarda Bulletin géodésique nr. 33, 1954, blz. 230-275. H. M. Dufour: Extension de la méthode des moindres carrés. Modification des résul- tats compensés par adjonction d'observations nouvelles. Étude des observations corrélées. Het lijkt mij goed de aandacht van de lezers van dit tijdschrift te vestigen op bovengenoemd artikel. Men kan namelijk de door de schrij ver behandelde stof in zekere zin beschouwen als een studie van het vereffenen in fasen. Speciaal worden bestudeerd enkele methoden aan gegeven door Gauss, Banachiewicz en Tienstra. Het interessante van dit artikel is, dat ook gewerkt wordt met corre lerende waarnemingen. De vorm van behandeling is gebaseerd op de matrixrekening. De schrijver gaat uit van het door Tienstra zo genoemde derde standaardvraagstuk en wel in de vorm van het tweede standaardvraag stuk, waaraan één of meer betrekkingen tussen de hulponbekenden zijn toegevoegd. Het eerste probleem is hoe te handelen als, nadat de vereffening is uitgevoerd, één of meer waarnemingen verworpen of toegevoegd moeten worden. Het is jammer, dat de schrijver het probleem hier niet algemener voor correlerende waarnemingen heeft gesteld, want nu gelden de door hem opgestelde rekenregels slechts in bepaalde gevallen van correlatievrijheid. Zeker is echter, dat studie van dit gedeelte het inzicht in dergelijke problemen zeer kan verdiepen. Dit geldt nog te meer voor de in afdeling III behandelde eigen schappen van een matrix van cofactoren en voor de in afdeling IV ont wikkelde basisformules, formules die zich met enige moeite laten herleiden tot de corresponderende formules van Tienstra, betrekking hebbende op het vereffenen in fasen. Deze afdeling wordt afgesloten met enkele vergelijkingen met de regressieanalyse uit de theorie van de mathematische statistiek en de waarschijnlijkheidsrekening. Het is alleen te betreuren, dat het begrip „middelwaarde" niet genoemd wordt, waardoor aan de algehele geldigheid van enkele der genoemde formules getwijfeld moet worden. De afdelingen V, VI en VII behandelen praktische toepassingen, w.o. een methode van Banachiewicz, het eerste standaardvraagstuk van Tienstra en de aansluiting van twee zelfstandig vereffende systemen (bv. driehoeksnetten). Afdeling VIII geeft een zeer zorgvuldige uitwerking van een ge- tallenvoorbceld, in afdeling IX wordt, doorgaande op het werk van Marchant (Buil. géod. nr. 24), het meest algemene standaardvraagstuk

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1955 | | pagina 36