40
wegingen ziet men soms op tegen de overschakeling op nieuwe begrip
pen en werkwijzen, omdat men daarbij altijd iets van het oude, waar
mee men vertrouwd is, moet loslaten. Meestal is die vrees overdreven.
Het zijn toch veelal de jongeren die het nieuwe zullen toepassen en
uitvoeren en het is voldoende als de ouderen, de leiders, weten wat
er gaat gebeuren en hoe dat zal gaan. Zij dienen daaraan echter hun
volle steun te geven.
Uit de lagere personeelsleden zal men altijd meer kunnen halen
naarmate hun meer doelmatige hulpmiddelen ter beschikking worden
gesteld.
Bij alles wat men wil doen ter verkrijging van grotere efficiency,
zal echter altijd blijven gelden, eerst de mens, dan de hulpmiddelen.
Zeer juist vinden we deze gedachte uitgedrukt in de inleiding van de
catalogus van de efficiency-afdeling, najaarsbeurs 1954, waar de voor
zitter van het Ned. Instituut voor Efficiency o.m. schrijft: „Efficiency
als zodanig is niet te koop, maar is resultaat van de geestesgesteldheid
die zich verzet tegen verspilling van arbeid en materiaal en die speurt
naar middelen om deze verspilling te voorkomen. Zo is efficiency even
min iets dat men voor altijd of voor geruime tijd verwerven kan, noch
ook iets dat men bewaren kan om het later nogmaals te gebruiken.
Efficiency werkt alleen als resultaat van efficiënt denken en handelen.
Zodoende kan de mens alleen denkend en handelend efficiënt zijn".
Literatuuroverzicht
M. W. Pentkowski: Nomographic. XV 268 blz., 17 X 24 cm,
I49 fig-» Akademie-Verlag Berlin, 1953. Prijs geb. 16.05.
Het is een prettige taak hier een Russisch boek over nomografie
te mogen beoordelen, in het Duits vertaald door Manfred Peschel en
in een fraaie uitvoering uitgegeven door Akademie-Verlag. Het is in
sommige opzichten een merkwaardig boek daar het, én wat de indeling
van de stof én wat de gevolgde methoden betreft, afwijkt van de meeste
leerboeken over nomografie. Het veronderstelt enige bekendheid van
de lezer met nomogrammenhet is dus niet voor beginners bestemd.
Het aantal formules waarvoor nomogrammen worden geconstrueerd is
niet groot, althans minder groot dan in andere boeken gebruikelijk
is. Dit wordt echter ruimschoots gecompenseerd doordat de schrijver
van eenzelfde formule vaak meer dan één nomogram samenstelt. Van
de betrekking A X cos <p, A Y l sin <p maakt hij er zelfs acht
(fig. 8, 21, 22, 26, 30, 53, 54 en 55). Ik acht dit een groot voordeel.
Zo handelende heeft de schrijver de gelegenheid voor- en nadelen van
verschillende nomogrammen tegen elkaar af te wegen en na te gaan
welke vorm voor de praktijk en daar komt het op aan het meest
geschikt is. Het is duidelijk, dat een nomogram waarvan de schaal
der afhankelijk veranderlijke overal met een even grote relatieve nauw
keurigheid moet worden afgelezen, er heel anders zal uitzien dan een
nomogram waarop de aflezing van die schaal overal met een even