73
dagen de stukken ter inzage zullen liggen. Had men onder de wet
van 1938 slechts gedurende 14 dagen na de verzending van de kennis
geving der tervisielegging gelegenheid om te reclameren (reden waar
om de verzenddatum van de kennisgevingen wel eens later werd ge
steld dan de begindatum van de tervisielegging), onder de nieuwe wet
zal men binnen 14 dagen na de laatste dag van de terinzagelegging zijn
bezwaren schriftelijk bij de P.C. moeten indienen.
Artikel 60 3e lid („Na verloop van de in het eerste lid bepaalde
termijn kunnen slechts zij als rechthebbenden worden erkend, die voor
komen op de lijst van rechthebbenden enz."), dat niet is veranderd,
was voor de Tweede-Kamerleden aanleiding meer uitvoerig in te gaan
op de betekenis van de lijst van rechthebbenden. Omdat het voor het
eerst is, dat aan dit punt bij de behandeling van de wet enige aandacht
is geschonken, zullen we beknopt weergeven, wat hierover is ge
schreven.
De leden wezen erop, dat de meeste auteurs aannemen, dat de recht
hebbenden na de ruilverkaveling hun titel vinden in de akte van ruil
verkaveling. Dat aan de in die akte genoemde subjecten de omschreven
rechten originair worden toegekend en dat alle oude rechten door het
overschrijven van de akte zijn tenietgegaan. Deze leden vestigden er
tevens de aandacht op, dat in de praktijk aan het zgn. positieve stelsel
niet de hand wordt gehouden, dat men nl. wel eens pachters toevoegt
aan de lijst van rechthebbenden (na de sluiting) en in de akte wel eens
rechten worden gevestigd, die niet voorkomen op de lijst van recht
hebbenden. (Dit laatste behoeft niet altijd verkeerd te zijn. Bv. vesti
ging van nieuwe erfdienstbaarheden.) Zij zouden een duidelijke uit
spraak van de Minister willen.
Andere leden merkten op, dat de wet duidelijk genoeg is. Men dient
echter onderscheid te maken tussen de lijst van rechthebbenden en de
akte. De betekenis van het positieve stelsel, zeggen zij, is slechts deze,
dat na het overschrijven van de akte van ruilverkaveling de nieuwe
rechthebbenden hun recht uitsluitend aan die akte ontlenen en dat het
er niets meer toe doet of wellicht de titel van een vroegere eigenaar
van een perceel enig gebrek, vertoonde.
Een andere vraag is of men bij het vaststellen van het plan van toe
deling nog rekening mag houden met niet op de lijst van rechthebben
den voorkomende rechten. Zij merkten op, dat het vaststellen van de
lijst van rechthebbenden niet aan het doel daarvan zou beantwoorden,
indien men daarna rustig kon voortgaan met niet opgenomen rechten
alsnog te erkennen. Deze leden verklaarden er geen bezwaar tegen te
hebben, wanneer men uitdrukkelijk in de wet zou willen vastleggen,
dat niet vermelde rechten vervallen zijn.
De Minister gaat in zijn Memorie van Antwoord vrij uitvoerig op
deze kwestie in en zegt o.a.
„Het positieve stelsel houdt inderdaad slechts in, dat na het over
schrijven van de akte de nieuwe rechthebbenden hun recht uitsluitend
aan die akte ontlenen en dat eventuele gebreken van de titels van vorige
eigenaren zijn gezuiverd."