85 De hierboven besproken wet is juridisch een zeer knap stuk werk Memorie van Toelichting en Memorie van Antwoord getuigen van een diepgaande studie van deze materie en geven antwoord op vele vragen die er straks nog zullen worden gesteld. Van verschillende kanten is de samenstellers van deze stukken hulde gebracht voor hun werk en ondanks mijn verschil van mening op enkele punten zou ik mijn com pliment gaarne willen voegen bij dat van vele anderen. Mijn voornaamste bezwaren zijn gericht tegen het vele meerdere werk, dat de nieuwe wet de bureaus ruilverkaveling op de schouders legt en op de vertragende werking die de bepalingen van de nieuwe wet op de procedure zullen hebben. Ik ben mij er van bewust, dat, toen er gesproken werd over een versnelling van de procedure, men allereerst een vlugger ingebruiknemen van de nieuwe kavels op het oog had. Door splitsing van het plan van ruilverkaveling is de officiële inge bruikneming sneller mogelijk, maar daar staat tegenover: 1. dat onder de wet 1938 in verschillende ruilverkavelingen, na het opmaken van het plan van toedeling met globale getallen, de kavels voorlopig in gebruik werden gegeven (zij het dat dit dikwijls veel tijd en moeite kostte) 2. dat de bureaus ruilverkaveling na het vaststaan van het plan van toedeling (nieuwe wet) nog zeer veel werk aan een verkaveling moeten verrichten (kadastrale toepassing, opmaken akte, opmaken lijst van geldelijke regelingen, tervisielegging, behandeling bezwaren, renteberekening) Gedurende de periode, dat deze werkzaamheden verricht moeten wor den, kan niet aan een andere verkaveling worden begonnen, zodat misschien een boer in verkaveling A zijn percelen één jaar eerder in gebruik kan nemen, maar een boer in verkaveling B twee jaar langer moet wachten voor hij aan de beurt komt. Niet alleen voor onze bureaus zal het werk toenemen, maar ook de voorbereiding door de C.C.D. en bij Ged. Staten zal veel meer tijd vergen. Ik zie dan ook in tegenstelling met de geuite verwachtingen een werkvermeerdering van 25 a 30 als gevolg van de nieuwe wettelijke bepalingen. Dit betekent, dat we met 25 meer mensen nog maar hetzelfde afdoen. Bedenkt men echter hoeveel tijd het kost om goed geschoold personeel te vormen, dan zal het niemand verwonderen wanneer ik de eerste 5 jaren van de nieuwe wet een negatief resultaat verwacht voor wat het aantal gereedgekomen hectaren betreft. Had men bij de voorbereiding van het gewijzigde wetsontwerp ge bruik gemaakt van het oordeel dergenen die dagelijks met de moeilijk heden van de praktijk worstelen, dan had men een duidelijker inzicht gekregen in de gevolgen die de nieuwe wettelijke bepalingen voor de uitvoering zouden hebben. Onbekend als de samenstellers van het wetsontwerp waren met de interne werkzaamheden van de kadastrale ruilverkavelingsbureaus hebben zij deze gevolgen onderschat.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1955 | | pagina 35