58 ik zou wensen en moet U dus aanraden kennis te nemen van hoger opgegeven artikelen van Mr. van Huls, die deze adviezen op gedegen wijze tegen elkaar afweegt. Voor mijn betoog is het echter noodzakelijk, dat ik de navolgende kernpunten van de nieuwe kadastrale opzet nader belicht I. Het kadaster kwam onder supervisie van het Departement van Binnenlands Bestuur. II. In leidinggevende functies konden alleen ervaren gediplomeerde landmeters benoemd worden. III. Het was de uitgesproken bedoeling een eigendomskadaster te grondvesten. IV. Men verwierp echter geheel en al de grondslagen van de G.L.- instructie van 1837. V. En koos een opzet, die bijna een kopie van het Nederlandse kadaster was, dus een typisch-fiscale. VI. De in de zeventiger jaren verwachte vervanging van de Over schrijvingsordonnantie van 1834 door de desbetreffende artikelen van het I.B.W. bleef echter, tot op heden, uit. VII. En men kreeg een kadaster dat, o.m. op grond van de drie laatstgenoemde punten, niet aan zijn doelstelling kon beantwoor den en vis noch vlees in de kadastrale kuip gaf. VIII. De eerlijkheid, het vakmanschap, de goede wil, de vindingrijk heid, de krachtsinspanning en zelfs de verbetenheid, waarmede men in de vorige eeuw trachtte de oorspronkelijke opzet te doen slagen, zijn buiten twijfel en verdienen onze grote bewondering en waardering. IX. Doch zij konden niet voorkomen, dat in de kadastrale af delingen een nieuw failliet dreigde. Dit werd afgewend door in 1908 terug te grijpen naar de principes van het versmade kadaster van 1837, waarna op die basis een gezond en modem eigendomskadaster zich, sinds het begin dezer eeuw, ontwikkelde. Ad I. Bij het overleg over de noodzaak van een kadastrale reorga nisatie, speelden alle adviseurs de hogere opbrengst van de grondbe lasting als toptroefkaart uit. En daar de ex-landmeter Motké als de geestelijke vader van het Nieuwe Kadaster en voornaamste adviseur beschouwd kan worden, ligt het in de rede dat dit nieuwe kadaster, evenals elders en speciaal in Frankrijk en Nederland, waarop men zich had georiënteerd, bij de belastingdienst, althans bij Financiën ondergebracht zou worden. De Regering besliste en ook deze beslis sing is voorlijk dat het bij Binnenlands Bestuur beter op zijn plaats was. Helaas kan ik de stukken die daarop betrekking hadden niet meer raadplegen. Want deze ingrijpende beslissing is n.m.m. van primair belang geweest voor de kadastrale dienst. Dat ik me in die kwestie Dat zijn nieuwe kadastreringen die bij Gouvernementsbesluit tot kad. af deling verklaard werden, zodat zij vielen onder de nieuwe wetgeving; daarbuiten bleef de G.L.-instructie van kracht tot het gebied gekadastreerd en tot kad. af deling verklaard was.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1955 | | pagina 8