130 W.P.N.R. nr. 4337. Het standaardreglement door W. B. Bruyns. De Scheveningse notaris W. B. Bruyns, die zoveel baanbrekend werk heeft verricht bij het activeren van de gezamenlijke bouw door particulieren na de oorlog door middel van flatbouwcoöperaties, heeft na het tot stand komen van de Appartementenwet ook een belangrijk aandeel gehad in het opstellen van een standaardreglement, op te nemen in akten van splitsing in appartementen. De appartementseigenaar is vóór alles medeëigenaar van het gesplitste gebouw, waarvan vele delen voor gemeenschappelijk gebruik zijn be stemd. De wet schrijft een in de akte van splitsing op te nemen regle ment voor, waarin de onderlinge verhouding van de medeëigenaren wordt geregeld. Dit reglement bevat vooral een soort intern buren recht, dat alleen voor een bepaald gebouw geldt. Maar voor kopers en hypothecaire crediteuren is het van belang, dat er uniformiteit komt en niet iedere splitsingsakte zijn eigen bepalingen heeft. De beoordeling van een flat wordt mede bepaald door het reglement dat het gebruik van die flat beheerst, en het beoordelen wordt gemakkelijker wanneer het reglement naar een bepaald model is geredigeerd. Het besproken model is gepubliceerd door het Hoofdbestuur van de Broederschap der Notarissen, na ontworpen te zijn door een veel zijdige commissie. De regeling is zeer uitvoerig; bij sommige punten kan men kiezen uit verschillende teksten. Op een aantal voorschriften geeft de schrijver commentaar. Hij besluit zijn opstel met enkele goede voorbeelden van de objectsomschrijving naar eigen redactie. Terecht merkt hij op, dat het standaardreglement, in strijd met het desbetref fende K.B., in de omschrijving van het appartement tevens het ka dastrale (grond)nummer opneemt. Zodra het complexnummer en de indices bij staat Kad. nr. 75 zijn gevormd en de splitsingsakte is overgeschreven, bestaan de nummers van de percelen op de kadastrale kaart niet meer als kadastrale aan duiding. De hiermee aangeduide percelen zijn op zichzelf geen on roerende zaken meer. Het gehele complex is in zoveel onverdeelde aan delen verdeeld als er indices zijn toegekend. Grondpercelen gebouw als één geheel kunnen voortaan slechts worden aangeduid door opnoe ming van alle appartementen waarin het complex is gesplitst, ieder met complexnummer en eigen index. De perceelnummers van de grond hebben alleen nog waarde ter lokalisatie van het geheel op de kaart. Met de schrijver hoop ik van harte, dat in de akten van splitsing niet steeds weer datzelfde lange reglement in extenso wordt opgenomen en maar overgeschreven; het moet toch mogelijk zijn alleen de door de wet verplichte bepalingen op te nemen en voor te rest te verwijzen naar het gepubliceerde en aan alle bewaringen eenmaal overgeschreven standaardreglement. Jammer dat de wet deze publicatievereenvoudiging niet uitdrukkelijk heeft erkend! W.P.N.R. nr. 4365. In dit nummer wijdt Mr. Th. A. Versteeg een bespreking aan de preadviezen in 1954 uitgebracht door de notarissen Mr. A. G. Lubbers

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1955 | | pagina 28