131 en H. J. Zweers over het onderwerp „Verkoop en overdracht van hui zen in aanbouw". De preadviezen vormen een vrij lijvig boekdeel, het te verkennen terrein is zeer uitgebreid. Woningzoekenden staan voor de vraag: hoe word ik eigenaar van een nog te bouwen huis, hetzij alleen-eigenaar van huis en ondergrond (al of niet ,,op erfpacht"), hetzij samen met anderen, ieder met eigen woongelegenheid? In het laatste geval zijn er diverse mogelijkheden; vormen van ge zamenlijke eigendom (gewone medeëigendom), maatschap, naamloze vennootschap, appartementseigendom, lidmaatschap van een coöpera tieve flatexploitatievereniging, ieder met zijn eigen voordelen en be zwaren. Op dit terrein liggen vele voetangels en klemmen. Lezing van deze preadviezen zal de overtuiging bijbrengen, dat men niet te lichtvaardig een bouwcontract je tekenen moet. Tussen het teke nen van een contract en het betrekken van de woning kunnen zich vele narigheden opdoen, die de adspirant-bewoner ernstig kunnen duperen. W. v. R. Le géomètre-expert et géomètre-architecte indépendant. De nummers 45, 47 en 49 (1954) bevatten weer onderdelen van de uitgebreide studie van Paul Terlinck, getiteld „Etude sur le statut du géomètre dans les différents pays". (Zie dit tijdschrift, jr. i954> blz. 188/190.) Nr. 45 handelt over de Duitse landmeter. Een portret van Gauss en een voorwoord van Dr. E. F. Gigas (Direktor des Instituts für ange- wandte Geodasie) gaan vooraf. In Duitsland zijn het kadaster en de landmeetkunde bovenal aan de zorg van de „Lander" toevertrouwd. De schrijver heeft zijn overzicht in twee hoofdstukken verdeeld. 1. De positie van de landmeter in de Bondsrepubliek en in het bijzon der in Noord-Duitsland. Bevat o.a. een zeer summiere beschrijving van het kadaster en het grondboek. 2. De landmeter in Zuid-Duitsland (Beieren). Ook hierin een opper vlakkige uiteenzetting inzake afpaling, kadaster en grondboek. Er komen veel verwijzingen naar Verordnungen enz. in voor; enkele studieprogramma's zijn opgenomen, evenals wat literatuurver melding een volledige behandeling van de materie bevat dit opstel zeker niet. Na lezing krijgt men sterk de indruk, dat zo hier en daar een greep is gedaan. Een diepgaande studie, die alle facetten van het landmetersberoep tot zijn recht doet komen in een land als West- Duitsland, dat in zoveel „Lander" met onderling totaal verschillende toestanden is verdeeld, kan m.i. alleen door een goed georiënteerde Duitse landmeter worden geschreven. Nr. 47 heeft de Franse landmeter tot onderwerp. Na een paragraaf over de landmeter als ambtenaar en in het vrije beroep wordt de op leiding behandeld. Er wordt iets meegedeeld over graadmeting en maat-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1955 | | pagina 29