132 eenheid, de grensbepaling en het kadaster en voorts over de topogra fische kaart. Iets dieper gaat de schrijver in op de in- en overschrijving van akten in openbare registers een afzonderlijke paragraaf is gewijd aan Elzas- Lotharingen. Het artikel bevat nog een opgave van landmeetkundige overheids diensten, een h ranse literatuurlijst, de wet op het landmetersberoep en een decreet betreffende het diploma. In nr. 49 geeft de schrijver een beschouwing over de Zwitserse grondboeklandmeter. De directeur van de Zwitserse kadastrale dienst Hans Harry heeft een zeer vriendelijk voorwoord geschreven. Na enige mededelingen over de Zwitserse Staatsregeling geeft de schrijver een verwijzing naar de voornaamste wettelijke en andere be palingen, die regelingen bevatten over het landmetersberoep, de ka dastrale metingen en het grondboek. Een uiteenzetting over de land- meter-ambtenaar en het vrije beroep van landmeter wordt gevolgd door gegevens over diploma's, lager personeel en inkomsten. Opleiding en examens zijn vrij uitvoerig behandeld; summier is het meegedeelde omtrent het arbeidsveld, de meetmethoden, het instrumentarium en de Zwitserse cartografie. De paragraaf aan het kadaster gewijd gaat niet diep, evenmin als hetgeen over het grondboek wordt verteld. Behou dens enkele zakelijke gegevens is het geheel niet geschikt om een gron dig inzicht in het Zwitserse systeem te krijgen. Uit de twee lezingen die Dr. Harry in 1953 hier te lande hield (dit tijdschrift blz. 225 en 277> jg- J953) kan men heel wat wijzer worden, althans omtrent arbeidsveld en werkmethoden. W. v. R. Surveying and Mapping. Vol. XIV, nr. 4, 1954. Wilkie Cunningham beschrijft in een artikel „Making land surveys and preparing descriptions to meet legal requirements" de moeilijk heden die zich in de Verenigde Staten van Noord-Amerika voordoen, wanneer een bepaald stuk grond op een of andere wijze in het rechts verkeer betrokken raakt, hetzij op publiekrechtelijk, hetzij op privaat rechtelijk terrein (bv. bij overdracht, hypotheek, schatting voor belas ting, onteigening, scheiding, actie tot opvordering van grond, enz.). Bij gebrek aan een perceelsgewijs kadaster zoals wij dat bezitten, is veelal een uitvoerige meting en „vastlegging" van het grondstuk nodig en er dient een nauwkeurige „beschrijving" van te worden opgemaakt om eventueel als bewijs in rechten te kunnen dienen. Een nauwgezet en allesomvattend titelonderzoek gaat aan die beschrijving vooraf, waarbij talloze verspreid voorkomende bronnen (kaarten, oude beschrij vingen, veldwerken, akten) van verschillend betrouwbaarheidsgehalte moeten worden aangeboord. Men gaat terug tot de tijd van de eerste vestiging van blanken in Amerika, althans tot de tijd waarin de oorspronkelijke 13 staten zich hebben gevormd.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1955 | | pagina 30