141 de la Reconstruction in eerste instantie gebruikt voor de vervaardiging van kaarten i iooo, i 2000 en 1 5000 van stedelijke gebieden. De kaart 1 15000 is slechts als overzichtskaart bedoeld en wordt op zeer eenvoudige wijze uit de luchtopnamen en eventuele bestaande, doch verouderde kaarten samengesteld. Kaarten 1 1000 worden slechts van gecompliceerde gebieden met oude bebouwing vervaardigd. De kaart 1 2000 is regelhierop is de door het Min. du Log. et de la Reconstruction ontwikkelde speciale methode van kaartvervaardiging gebaseerd. Het volgend uitgangspunt is dat het terrein waarop de steden zijn gebouwd in het algemeen slechts weinig geaccidenteerd is. (De steden die hierop uitzonderingen vormen worden op een andere, kost baarder, wijze, nl. met behulp van stereofotogrammetrie, gekaarteerd.) Verder is voor kaarten van steden de planimetrische weergave veel belangrijker dan die der hoogten. Daarom kan men de methode baseren op ontschranking en vergroting tot de schaal I 2000 van verticale opnamen op schaal 1 5000, mits men bij de opneming zowel als bij de uitwerking rekening blijft houden met het feit dat het betrokken gebied in feite niet vlak is. Daarom wordt, speciaal met het oog op de later uit te voeren ontschranking, een camera met lange brandpunts afstand gebruikt (de zeisscamera 50.30.30, dus filmformaat 30 X 30 cm2 en 50 cm). Hoogteverschillen hebben dus relatief weinig invloed op de planimetrische positie van punten in de ontschranking. De camera is door het Min. du Log. enz. voorzien van drie, onafhanke lijk werkende, gyroscopen, die niet de camera zelf stabiliseren (te zwaar), maar elk een bijbehorend spiegeltje, met behulp waarvan dan een af beelding van het nadirpunt op het moment van de opneming wordt verkregen. Uit het gemiddelde van de drie uitkomsten verkrijgt men de fotohelling met een nauwkeurigheid van 7'-9' (erreur probable). Voor de ontschranking zijn dus nog slechts twee paspunten per foto nodig (zonder kennis van de fotohelling zouden dit er vier zijn). In de praktijk neemt men er drie. De ontschranking geschiedt onder in achtneming van de hoogten der paspunten (dus onder het aannemen van een bepaald o-vlak) en op maatvast materiaal (b.v. correctostat, formaat 90 X 90). De opneming en de ontschranking geschiedt door het Min. du Logement enz.alle terrestrische werkzaamheden (pas- puntsbepaling, waterpassing van het hele gebied) en de vervaardiging van de kaart uit de ontschrankingen worden echter aan particuliere landmeetkundige bureaus (leden van de „Ordre des géomètres fran- qais") opgedragen. Op deze wijze moeten in totaal 4000 plans worden vervaardigd. Bij de uitwerking van de ontschrankingen tot kaarten moet men van elk punt de hoogte kennen; om een planimetrische nauwkeurigheid van 0,1 mm in de kaart te verkrijgen (20 cm) is kennis van de hoogten tot op 1 m nauwkeurig dus (dank zij de grote van de camera) voldoende. Men kent de terreinhoogten uit de verrichte waterpassingen en bepaalt de hoogten van de daken enz. (waarvan men de hoekpunten moet kaarteren) m.b.v. een eenvoudige parallax- meter. De uitwerking geschiedt monoculair in een door het Min du Log. enz. ontworpen „pantographe restituteur", waarin bovengenoemde

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1955 | | pagina 39