177 d) De methode is ook toegepast op een driehoeksmeting met zijden tot 40 km. Waarnemingen zijn verricht op de onderstaande punten met de resultaten tabel 7 DP langste afstand kortste afstand m.f. gem. km km richting Crackenback 40,3 15,2 0,17" J inderboine 36,5 15,2 0,16" Adaminaby 31,2 11,2 0,20" Cobrabald 23,2 11,2 0,18" gem.: 0,18" Deze triangulatie is nog niet klaarer kunnen nog geen sluitfouten worden gegeven. 4) Conclusies. Uit deze gegevens kunnen de volgende conclusies worden getrokken A) algemeen: 1. de nieuwe methode van richten met een theodoliet geeft een grotere nauwkeurigheid dan de klassieke, bij een zelfde afmeting van het objectief. 2. de nauwkeurigheid is onafhankelijk van de afstand lamp theo doliet; alleen de kwaliteit van het interferentiepatroon is be slissend. 3. aberraties van het optische systeem spelen een ondergeschikte rol. 4. de uitrusting is eenvoudig en goedkoop. 5. de kruisdraden behoeven niet speciaal verlicht te worden. B) betreffende waarnemingen op korte afstanden: 1. de scherpstelling is secundair; binnen zeer wijde grenzen is geen onscherpte te vrezen. De punten A 1, 2 en 3 en B 1 bevestigen dus de reeds vroeger gemaakte gevolgtrekkingen uit de eerste proefnemingen. C) aangaande waarnemingen op langere afstanden in triangulaties: 1. richtingen of hoeken, gemeten in een zeker aantal series, zijn bijna tweemaal zo nauwkeurig, vergeleken met hetzelfde aantal series van waarnemingen in daglicht; zelfs geldt dit in vergelij king met waarnemingen op lampen zonder zoneplaat. 2. de invloed van de contrastwerking van een signaal door scheve belichting is geëlimineerd.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1955 | | pagina 23