182
verkavelingen in ons land. De eerste 10 blokken hadden een gemid
delde grootte van ca. 430 ha, thans zijn enkele verkavelingen in be
werking in geheel andere orde van grootte, Walcheren ca. 13.000 ha,
Schouwen en Duiveland ca. 15.000 ha, Tholen 10.000 ha, Maas en
Waal West 8.400 ha, Texel 8.100 ha, terwijl in voorbereiding is Heus-
den en Altena 14.300 ha. Deze grotere oppervlakte brengt problemen
mede, die ik tot onderwerp van dit artikel wil maken.
De oude definitie van ruilverkaveling, die Schepel in zijn bekende
boekje ,,De Ruilverkavelingswet 1938" geeft, luidt: „het ter bevor
dering van de landbouw naar een bepaald plan samenvoegen en ver
volgens opnieuw indelen van gronden, al dan niet gepaard gaande met
het aanleggen van nieuwe of verleggen van wegen en waterlopen". Een
ongeveer gelijke omschrijving komt voor in de brochure van de Ned.
Heide Mij: „Hoe komt een ruilverkaveling tot stand?", uitgave de
cember 1951. Deze definitie past niet meer voor het veelomvattende
werk in een thans in uitvoering zijnde grote ruil- of herverkaveling
en zij verwijst niet naar de invloed die dit werk heeft op het maat
schappelijk en economisch leven van de streek.
Kan men bij de kleine ruilverkaveling terecht spreken van „het
blok"bij de bovengenoemde grote verkavelingen is het een gehele
streek die een ander aanzien krijgt. Verschillende verkeersproblemen
komen in behandeling, gemalen kunnen nodig zijn, de bruggen dienen
aan hogere eisen te voldoen dan in een klein landbouwblok, boerde-
rijenbouw brengt bevolking naar tot nu toe verlaten gebieden, de aan
leg van licht- en waterleiding wordt bevorderd, terwijl de telefoon
op een modern bedrijf zeer nuttig wordt geacht en de aandacht heeft
van de organen die de verkaveling leiden.
Van het cultuurtechnische werk dat wordt uitgevoerd, noem ik
slechts de egalisatie en de drainage, die de bodemproductie vaak enorm
doen toenemen. De oppervlakte land wordt groter doordat veel sloten
kunnen vervallen. In Noord-Holland worden vaarpolders in rijpolders
omgezet, wat voor de grondgebruikers meebrengt het investeren van
kapitaal in voertuigen en de omschakeling tot het gebruik hiervan.
Al deze werken grijpen in de streek diep in, zij stellen vaak de
boer in zijn nieuw gevormde omgeving met de hem geschonken mo
derne voorzieningen voor verschillende vragen, die hij vroeger niet
kende. De sanering van de te kleine bedrijven brengt de landbouwer
onverwacht op een hogere trap van de maatschappelijke ladder, wat
hem in zijn exploitatie voor verschillende problemen stelt, zoals het
zo nu en dan werken met personeel, het aanschaffen van paarden en
werktuigen.
Hoe dient hij de mogelijkheid van het omzetten van wei- in bouw
land te gebruiken? Hoe zal hij de electriciteit in zijn bedrijf aanwen
den? Welk gebruik zal hij van het aangevoerde leidingwater maken?
Allemaal vragen die de boer voor zijn bedrijf dient te beantwoorden en
waarbij hij de adviezen van de Landbouwvoorlichtingsdienst niet zal
kunnen missen. De nazorg zal na een moderne verkaveling dan ook
niet meer gemist kunnen worden.