194
voeren. Hoe gemakkelijk was dit met Tienstra, die kon luisteren en
zich openstellen voor de gedachten van een ander. Dat was zijn kracht
in de wereld van de landmeetkunde, waarin hij niet alleen door zijn
kennis, maar vooral door zijn prominente persoonlijkheid zulk een grote
rol heeft gespeeld. Het is op treffende wijze tot uitdrukking gekomen
in de leidende functie, die hij in een zo bij uitstek moeilijke periode
van het bestaan der T.H. na de tweede wereldoorlog heeft vervuld. Het
kwam uit in zijn verhouding tot collega's en tot studenten. Alleen reeds
zijn aanwezigheid, zijn wijze van benadering van de medemens, zonder
wantrouwen, integendeel, vaak met een overmaat van vertrouwen, gaf
hem die ontwapenende kracht, die maakte dat hij zonder opzet in menige
moeilijke situatie tussen in conflict levende partijen als het ware van
zelfsprekend de meester op het schaakbord bleef. Indien ik het op deze
wijze uitdrukmeester op het schaakbord, dan is er echter één ge
dachte-associatie mogelijk, die wel bepaald onjuist is. Zijn verhouding
tot andere mensen was nimmer een spel, doch altijd een ernstige zaak,
die hem persoonlijk raakte, omdat het om mensen ging. Ik heb dit in
vertrouwelijke gesprekken in latere jaren meer dan eens kunnen er
varen als het ging om zijn moeilijkheden in de sfeer van de hogeschool
of om de mijne op een ander vlak.
Geen gehouwen beeld kan deze voorstelling, zoals ieder van ons zich
die van hem kan vormen, nauwkeurig weergeven. Daarvoor is de veel
zijdigheid van deze mens ook misschien te groot. Velen van ons hebben
een eigen herinnering aan Tienstra, misschien wel op verschillende
wijze. Geen kunstenaar vermoedelijk vermag dit alles in de stof uit te
drukken. Toch is het ook nu weer gewaagd een kunstenaar te vragen,
hiertoe een poging te doen. De beeldhouwer A. Meertens te Berg en
Dal is bereid gevonden de moeilijke opdracht te aanvaarden, uit nage
laten portretten een borstbeeld te scheppen, dat de veelzijdigheid van
Tienstra wil uitdrukken. Het is mijn taak het resultaat van dit pogen
vandaag aan de openbaarheid prijs te geven en namens de Nederlandse
Landmeetkundige Federatie over te dragen aan de Beheerder van het
Geodesiegebouw of eigenlijk gezegd aan het huidige en aan de komende
geslachten die in dit oude gebouw de geodetische wetenschap zullen
beoefenen. Aan hen is in wezen dit beeld opgedragen. Aan ons, tijd
genoten, is het geschonken ter versterking van onze eigen herinnering
aan Jacob Menno Tienstra. Mijnheer de Voorzitter, U bent niet alleen
Üe voorzitter van deze vergadering, maar ook de beheerder van het Geo
desiegebouw, en als zddanig ook de opvolger van hem die wij vandaag
eren. Ik weet, dat plannen bestaan tot verbouwing van het uiteinde van
de grote zaal op zodanige wijze, dat er een mogelijkheid tot waardige
opstelling van dit beeld in de lange as van de zaal mogelijk zal worden.
Het zal aldus een centrale plaats krijgen in het Geodetisch Instituut
van de Technische Hogeschool, aan welke beide instellingen Tienstra
zich geheel en op voorbeeldige wijze heeft gegeven gedurende 17 jaren,
die niet de gemakkelijkste, maar wel de vruchtbaarste uit zijn helaas
te spoedig afgebroken leven zijn geweest.