1 Examen voor landmeter van het kadaster 1954 202 Welk verschil geeft het voor een behandeling van een post uit het reg. nr. 9 wanneer zich geval a) dan wel geval b) voordoet, speciaal met het oog op de tenaamstelling van de nieuwe percelen 3) Wordt er wel eens wijziging in de kadastrale tenaamstelling ge bracht, zonder dat een overgeschreven stuk, een ingeleverde succes siememorie of een of andere door belanghebbende bij de bewaarder gedeponeerde verklaring daar aanleiding toe geeft? 4) Waar en naar aanleiding waarvan worden de kaarten Kad. nr. 93 opgemaakt? Waartoe worden deze kaarten gebruikt en door wie? 5 a) Hoe komt de belanghebbende er achter of meting of schatting t.b.v. de grondbelasting zal plaats hebben of heeft plaats gehad? b) Wat kan hij doen, wanneer de uitkomsten van meting of schat ting hem niet aanstaan c) Wie maakt daarna uit hoeveel tenslotte de grootte en de be lastbare opbrengst van een perceel zullen bedragen? d) Kan een reclame tegen een meting (aktepost) ook betrekking hebben op de ligging van een oude grens, die bij de onderwer- pelijke meting geen verandering onderging? Verlangd wordt een beknopte beantwoording van de vragen in de gestelde volgorde. Opgave 1. Berekeningen Tijd 3T2 uur Herpen I44 Herpen I45

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1955 | | pagina 48