205
30. middel waarde midwaarde Parameter x in f(x) (zie de toelichting
bij 29, modulus in de eerste betekenis). Voor x wordt ook het symbool ge
bruikt. Vergelijk middagmidscheepsmidwinter.
31. kwadraat van de modulus hoof d) variantiekwadraat van de standaard
afwijking In het Latijn zijn vele afleidingen gevormd uit de stam van een
werkwoord het achtervoegsel -tion (eerste naamval -tiobv. agitatiodictio,
flexio (uit flec -tio), motionatio, ratiorelatio, restrictio, enz. Deze
afleidingen hebben een abstracte betekenis (die later, bij uitbreiding, ook in een
concrete kan overgaan). Ook bestaan er afleidingen van stammen op -ant (of
-ent) -j- het achtervoegsel -ia. Deze gaan dus uit op -ntia en ze hebben een zelfde
of ten naaste bij een zelfde abstracte betekenis als die op -tio. Voorbeelden:
accordantia, confidentia, elegantiaprudent ia, enz. In het Frans (dat een voort
zetting is van het Latijn) ontwikkelt zich -tion tot -tion (met genasaleerde o),
maar -antia of -entia tot -ance of -ence agitationdiction, enz.accordance
confidence, enz.). In het Nederlands (dat deze woorden aan het Frans of, soms,
direct aan het Latijn ontleent) ontwikkelt zich -tion tot -tie, maar -ntia (-ance,
-ence) tot -ntie agitatiedictie, enz.; elegantie, prudentie, enz.). Daar beide uit
gangen aan het woord ongeveer dezelfde betekenis geven (ongeveer ned. -heid,
-schap), wordt, én in het Latijn, én in het Frans én in het Nederlands bij dezelfde
stam slechts één van de twee uitgangen gebruikt agitatioagitation, agitatie,
nietagitantio, agitance, agitantie, enz.accordantia, accordance, accordantie, niet
accordatio, accordation, accordatie, enz.). Een van de zeer weinige uitzonderingen
is variatio naast variantia (met enig verschil van betekenis). Het eerste woord
levert voor het Nederlands variatie op, het tweede variantie.
32. correlatiebedrag, correlatieterm kruisvariantie Verg. eng. covariance.
33. gewichtsgetal, Q-getal, cofactor 1. gewichtscoëfficiënt2. kruis gewichts-
coëfficiënt', 3.(hoofd)gewichtscoëfficiënt 1. Element van de matrix, verkregen
uit de matrix van varianties na deling door de variantie factor (zie de toelichting
bij 37). 2. Hetzelfde als 1., maar buiten de hoofddiagonaal. 3. Hetzelfde als 1.,
maar in de hoofddiagonaal.
34. gewicht (hoofd)gewicht Element van de (hoofddiagonaal van de)
inverse matrix van de matrix van gewichtscoëfficiënten.
35. gewichtsgetal 1. kruis gewicht', 2. (hoofd) gewicht) 3. gewichtscoëfficiënt
1 Hetzelfde als 34, maar buiten de hoofddiagonaal. 2. Hetzelfde als 34. De
gewichten zijn de parameters gik in
3. Hetzelfde als 33 in de eerste betekenis.
36. modulus van de gewichtseenheidDe wortel uit de variantie factor
(zie 37). Aan een benaming voor dit begrip bestaat geen behoefte.
37. kwadraat van de modulus van de gewichtseenheid variantie factor
Onbenoemde parameter a2 in (x1, ,xn) (zie de toelichting bij 33 in de tweede
betekenis). Verg. homogeniteitsfactor.
38. gecorreleerd, gecorrelateerd correlerend, correlatief Correleren is in
het Nederlands een onovergankelijk werkwoord. A en B correleren, A correleert
met B.
39. correlatievrij, ongecorreleerd, ongecorrelateerd niet-correlerend, niet-
correlatief Zie de toelichting bij 38.
40. toevallige fout afwijking De afwijking is het verschil x x, waarin
x de waarneming en x de midwaarde van een zelfde (stochastische) grootheid is.
41. absolute fout absolute afwijking Absolute waarde van de afwijking
(zie 40).
.42. middelbare fout 1. standaardafwijking2. (schatting van de) standaard-
gn\ gnn
n n (x*-**) (xk-xk)
f(xlxn)
n