228
van de eerste orde, waaraan netten van lagere orde en ook de voor olie
exploratie gemeten netten zullen worden aangesloten. Hierbij bleek, dat
het zeer moeilijk is stations aan te geven waar de waarde van de zwaarte
kracht binnen voldoend nauwe grenzen als constant is aan te merken.
Relatieve zwaartekrachtsmetingen tussen de stations worden om de
hiermee bereikbare nauwkeurigheid van ca. 0,1 mgal uitgevoerd met
gravimeters (nu nog vooral de gravimeter van Worden), waarbij voor
de ijking gebruik wordt gemaakt van slingerwaarnemingen met een
nauwkeurigheid van ca. 0,5 mgal. Dat de ijking van gravimeters een
moeilijk probleem is blijkt wel uit de belangrijke publicatie „Contribu
tion to the European Gravity Net" (Morelli). In dit verband interes
sante publicaties waren: „Adjustment of the Principal Gravity Obser
vations in Great Britain" (Cook, Monthly Notices of the R.A.S., Geo
physical Supplement, Vol. 6, Nr. 8, 1953), „A Preliminary Account
of Comparisons between Gravity Measurements with the Cambridge
Pendulum Apparatus and Worden Gravity Meters in North America,
South Africa, Australia, New Zealand and Great Britain" (Cook),
„Fundamental Gravimetric Network in Italy" (Cunietti en Inghilleri),
„Beitrag zum deutschen Schweregrundnetz und zur Geoidbestimmung
aus Schwere-Anomalien" (artikelen uitgegeven door het Deutsche Geo-
datische Forschungsinstitut, Abteilung I).
Voor mij interessant was een discussie tussen Kneissl en Cook over
de waarde van een rigoureuze toepassing van de methode van de
kleinste kwadraten op de ijking van gravimeters, die de eerste in twijfel
trok. Dat Cook een beter inzicht in dit probleem had, staat bij mij vast.
Ik moge hiervoor verwijzen naar zijn boven eerstvermelde publicatie.
Onderstreept werd verder het belang van zwaartekrachtsmetingen
op zeeeen dringend beroep werd gedaan op alle belanghebbenden
om deze metingen mogelijk te maken en uit te voeren. Het is te hopen,
dat ook Nederland weer aan dit werk kan deelnemen.
Studiegroep 10. Een zeer belangrijk rapport werd uitgebracht door
de voorzitter-rapporteur Morelli. Hij trekt de conclusie, uit een vrij
groot aantal nieuwere absolute zwaartekrachtsbepalingen, dat de tot
nu toe als standaardwaarde aangenomen meting van Potsdam ca. 10
mgal te groot is. Helaas corresponderen de nieuwe bepalingen volgens
vaak zeer verschillende methoden onderling nog niet goed genoeg
om een nieuwe standaardwaarde vast te stellen. Ook al omdat in de
komende jaren vele absolute zwaartekrachtsbepalingen zullen worden
uitgevoerd, is besloten nu nog geen verandering in de standaard
waarde van Potsdam aan te brengen, maar hiermee te wachten tot
1957. Tevens kan dan het net van relatieve-zwaartekrachtsmetingen
tussen de stations waar absolute bepalingen zijn of worden uitge
voerd, worden verstevigd, zodat met grotere zekerheid over de grootte
van de fout in de standaardwaarde van Potsdam beslist kan worden.
Correctie van de waarde van Potsdam zal tot gevolg hebben een wijzi
ging van de /3-coëfficiënten in de internationale formule voor de nor
maalzwaartekracht
y ge (1 /3 sin 2<p sin 2 2<p sin 2</> sin 2 2p