243 len zoals ik dit tot uiting bracht in mijn openbare les bij de aan vaarding van het ambt van lector het opsporen van de essentiële punten in een theorie, het toepassen van symmetriebeschouwingen om te komen tot een afronding en vervolmaking van de theorie, het ver gelijken van eigen gedachten en uitkomsten met die van andere auteurs, het analyseren van maatschappelijke en niet te vergeten persoonlijke factoren, de discussie met collega's-geodeten om tot de kern van een probleemstelling door te dringen, dit alles is een belevenis voor ieder persoonlijk. De ontwikkeling van ons vak is snel gegaan en zal in de toekomst ongetwijfeld nog veel sneller gaan. Hoe meer speurwerk gedaan wordt, hoe volmaakter de toepassing van de geodesie in de praktijk zal ver lopen. Ja zelfs veelal hoe eenvoudiger deze toepassing zal worden, al zal men nimmer de moeilijkheden van in- en uitschakeling van het gebruikte model kunnen ontgaan. Dit geldt voor ieder gebied van ons vak. Uit mijn woorden zal het een ieder van U wel duidelijk zijn, dat de landmeetkundige techniek nooit los gezien kan worden van haar toe passing voor een bepaalde doelstelling. Of ook nooit losgekoppeld kan worden van de eisen, gesteld door de maatschappij. Hetzelfde zal geconcludeerd moeten worden voor dat deel van ons vak dat zich bezig houdt met recht en ruilverkaveling, of algemener voor dit laatste de planologie. Hier staan wij nog slechts aan het begin van een ontwikkeling. Juist is het, wat Plasman in het juninummer van het Tijdschrift voor K. en L. opmerkte, nl. dat de door de N.L.F. voorgestelde studie commissie zich niet moet beraden over delimitatievoorschriften, maar over delimitatierichtlijnen. Belangrijker is echter, dat deze studie commissie met haar werk kan aanvangen, opdat met kracht het grens gebied van recht en landmeetkundige techniek verder opengelegd en ontgonnen wordt. Wellicht dat de in deze voordracht ontwikkelde ideeën ook op dit gebied mogen helpen te komen tot een juiste pro bleemstelling. Een eerste oplossing zal dan, naar ik hoop, niet lang op zich laten wachten. Bij de ruilverkavelingslandmeters heb ik enige ongerustheid menen te bespeuren over de hun toegemeten taak in de toekomst. Ik deel deze ongerustheid niet, doch ben van mening dat hun taak des te belang rijker wordt naarmate de toepassing van de landmeetkunde en het recht op hun gebied in al zijn aspecten beter bestudeerd wordt. Juist de afweging van technische, juridische en maatschappelijke factoren ligt de geodeet zeer goed, het opbouwen van theorieën en daarmee van richtlijnen is echter tot nu toe achterwege gebleven. Het gaat hier niet alleen om de ruil- en herverkaveling maar om alle meer plano logische toepassingsgebieden van de geodesie. Ik wil hier volstaan met de hoop uit te spreken, dat het straks de nieuwe docent in de planologische geodesie aan de Technische Hoge school gegeven moge zijn in overleg en samenwerking met alle belang-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1955 | | pagina 37