252 wordt aangemerkt. Blijkens de toelichting heeft de ontwerper dit be perkte recht uitgezonderd, „omdat de daarvoor te houden registers en de daarin te schrijven rechten slechts in enkele der voorschriften die voor de rubriek registergoederen zijn opgesteld, toepassing vinden". Tot registergoederen moeten overeenkomstig de definitie en ook blijkens de toelichting op art. 3.1.1.10. van Prof. Meijers gerekend wordenonroerende zaken, beperkte rechten op onroerende zaken, schepen en octrooien, rechten op modellen, alsmede daarop te vestigen beperkte rechten (blz. 169 van de Toelichting). De tweede afdeling van deze titel behandelt de openbare registers. De schepping van het begrip registergoederen leidde automatisch tot het geven van algemene bepalingen betreffende openbare registers; daar deze niet beperkt worden tot die, bestemd voor de inschrijving van onroerende zaken en de beperkte rechten daarop, doch ook van andere vermogensrechten, lag het voor de hand de regeling betref fende die registers onder te brengen in het derde boek. We zullen thans nagaan in hoeverre het ontwerp van Prof. Meijers in het bijzonder het derde boek tegemoet komt aan de wensen van het Bestuur van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde, neergelegd in zijn adres, in 1948 gericht tot de Minister van Justitie en daarbij tevens nagaan in hoeverre in het regeringsontwerp van Prof. Meijers' schepping wordt afgeweken. Bij de behandeling van de stel lingen waartoe het Bestuur kwam, wordt zoveel mogelijk de wettekst gevolgd, weshalve de derde stelling het eerst aan de orde komt. De derde stelling van de Vereniging voor K. en L. Deze luidt: „wordt bepaald welke de openbare registers zijn, waar zij berusten en worden bijgehouden". We zagen reeds, dat in het ontwerp aan de openbare registers (in ruime zin) een gehele afdeling is gewijd. Het eerste artikel van deze afdeling (art. 3.1.2.1.) van het ontwerp van Prof. Meijers luidde „1. Er worden openbare registers gehouden, waarin feiten, die voor de rechtstoestand van registergoederen van belang zijn, worden inge schreven. 2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt nader geregeld, welke stukken aan de bewaarder der registers worden ter hand gesteld om een inschrijving te verkrijgen, wat deze stukken moeten inhouden boven hetgeen in de wet is bepaald, hoe de registers worden ingericht, hoe daarin de inschrijvingen geschieden, hoe de registers kunnen worden geraadpleegd, en al hetgeen verder tot uitvoering van de wettelijke bepalingen betreffende de registers dient." Door dit alles met stelligheid in de wet vast te leggen was meer dan voldaan aan de wens van de Vereniging voor K. en L., neergelegd in haar derde conclusie. Opgemerkt zij, dat dit artikel in feite niet thuis hoort in een 1) Zie dit tijdschrift jrg. 1948, blz. 141.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1955 | | pagina 46