210
geldt natuurlijk ook voor de welbekende methode der circummeridiaan-
hoogten, welker toepassing wordt gerapporteerd door enkele Britse
dominions, maar waarvan de berekening minder eenvoudig is dan in
het geval van meridiaanhoogten. Niettemin kan deze methode de voor
keur verdienen daar waar de plaatselijke tijd niet bekend is, mits deze
plaatselijke tijd als onbekende in het probleem wordt ingevoerd.
De verstrekte inlichtingen zijn niet voldoende om met zekerheid
te concluderen of de methode van Talcott dan wel de methode der
„balanced" zenitafstanden, bij een gelijk aantal waarnemingen, de
zelfde of verschillende nauwkeurigheid geeft; er schijnt een zwakke
aanwijzing te zijn, dat de methode van Talcott nog steeds iets beter is,
maar het verschil is in elk geval klein.
De standaardafwijking in de breedte, bepaald op een eerste-orde-
station, is gemiddeld 0,15".
De meest toegepaste methode voor lengte bepaling is de waarneming
van meridiaandoorgangen evenals in voorafgaande jaren maar
verscheiden landen- melden de toepassing van de methode der gelijke
of willekeurige hoogten in de eerste verticaal, waarbij ook hier weer
gebruik wordt gemaakt van de hoge nauwkeurigheid van de randver-
delingen van moderne theodolieten.
Het is merkwaardig dat na de interessante en geanimeerde voor
oorlogse discussies over de keuze van sterren bij de methode der
meridiaandoorgangen, die ontstond in de Baltische Geodetische Com
missie, de belangstelling voor deze kwestie weggezonken is, met het
gevolg, dat men gewoonlijk zonder veel theoretische overwegingen
een aantal tijdsterren nabij het zenit kiest, al of niet gecombineerd
met een klein aantal azimutsterren nabij de pool.
Bepaling van lengteverschillen tussen stations met wisseling van
instrumenten en waarnemers wordt om voor de hand liggende
praktische redenen niet meer gedaan; men prefereert nu vergelij
kingsmetingen op een referentiestation om de persoonlijke fout te be
palen, hoewel algemeen een zogenaamde onpersoonlijke micrometer
(in Engeland ook de oculairsluiter van De Graaff-Hunter) wordt toe
gepast. Canada rapporteert, dat in de afgelopen jaren een van de
doorgangsinstrumenten voortdurend abnormaal grote persoonlijke fou
ten opleverde voor vele verschillende waarnemers. Achteraf is echter
gebleken, dat onregelmatigheden in de asdoorsneden en dode gang in
de oculairmicrometer de oorzaak waren.
Uit verscheiden rapporten blijkt, dat men de voorkeur geeft aan
continue radio-tijdseinen zoals W.W.V., Washington maar dat
die seinen niet of te zwak worden ontvangen. Inderdaad wordt een
geregeld gebruik van W.W.V. of W.W.V.H. slechts gemeld door de
Verenigde Staten, Canada en Zuid-Afrika.
Frankrijk beveelt W.W.V. aan voor astronomisch werk in zijn over
zeese gebieden, maar gebruikt bovendien andere tijdseinen om gedekt
te zijn als het eerstgenoemde niet of te zwak wordt ontvangen. Voor
de bepaling van de chronometercorrectie met behulp van het W.W.V.-
tijdsein zal de chronoscoop in gebruik worden genomen, een strobosco-