256
Door de toevoeging in het regeringsontwerp heeft men het kadaster
wederom direct betrokken in het civiele recht, zij het slechts op deze
ene plaats (de tweede zin van het eerste lid van art. 1.1.2.4.) en dan
nog alleen door middel van de term „kadastrale kenmerken". Wat dit
zijn, daarover laat de burgerrechtelijke wetgever zich niet uit, hoewel
hij toch zeer minutieuze begripsbepalingen gaf. Het artikel neemt
ze als bestaande en bekend aan. De wetgever kon moeilijk andersde
kadastrale aanduiding (van kadastrale percelen) is nu eenmaal geen
civielrechtelijk onderwerp. Maar daarom is het te betreuren, dat men
deze weg heeft menen te moeten volgen om aan de algemene eis van
een ondubbelzinnige en eenvoudige aanduiding van de onroerende zaak
te kunnen voldoen.
T.a.v. andere registergoederen heeft men het kennelijk en zeer
terecht niet nodig geoordeeld aan te geven op welke wijze zij in
akten c.q. openbare registers moeten worden aangeduid.
Voorts kan het minder fraai geacht worden, dat men dit gebod om
in alle akten betreffende onroerende zaken de kadastrale aanduiding
te gebruiken, heeft gegoten in een verbodsbepaling, gericht tot de
bewaarder van het openbare register.
Nog meer bezwaar hebben we tegen de uitdrukking „met kadastrale
kenmerken". Zoals ze daar staan zijn die woorden voor allerlei uitleg
vatbaar. Men zou er uit kunnen lezenals er maar kadastrale ken
merken in de akte staan, welke dan ook, mag de bewaarder de inschrij
ving niet weigeren. Er ware dan ook veel voor te zeggen die term te
laten voorafgaan door het bezittelijk voornaamwoord „zijn".
Doch wat het meest treft in deze toevoeging aan het door Prof.
Meijers ontworpen artikel is het feit, dat hier plotseling de term
„onroerend goed" opduikt, een term, die, zoals we hierboven zagen, door
Prof. Meijers voorgoed uit het B.W. verbannen was en die we dan
ook niet nader gedefinieerd vinden onder de begripsbepalingen. Wil de
Regering het systeem van het nieuwe B.W. gaaf houden, dan zal
een van haar eerste daden moeten zijn de uitdrukking onroerend goed
te vervangen door onroerende zaakof zo deze te eng wordt ge
acht door een recht op een onroerende zaak of desnoods onroerende
zaken en beperkte rechten op onroerende zaken.
Daar de kadastrale kenmerken zijn toegekend aan stukken grond
(zoals ze op de kaart zijn afgebeeld), dus aan stoffelijke voorwerpen,
zou er niets op tegen zijn hier uitsluitend te volstaan met de uit
drukking „onroerende zaak".
(Wordt vervolgd.)